Een poging te reconstrueren wie waneer op de schans werkte, waarbij ik mij beperk tot de koloniale periode, dus tot 16 december 1859. Dit is onvolledig en moet nog langzaam groeien.
—
De hoogste gezagsdrager op de Ommerschans, onmiddellijk vallend onder de algemeen directeur van alle koloniën, is de adjunctdirecteur.
– Wouter Visser augustus 1820 – april 1821
– Georg Wilhelm Friedrich Hoff 16 mei 1822 – december 1823
– Jacob Harloff januari 1824 – 1 april 1830
– Paulus van der Wal ergens 1830 – 9 juli 1831
– Kornelis Mulder 9 juli 1831 – 25 december 1833
– Adrianus de Geus april 1834 – april 1838
– Adrianus Hulst april 1838 – december 1859
—
Direct onder de adjunctdirecteur staan twee onderdirecteurs, een onderdirecteur-binnen en een onderdirecteur-buiten.
Eerst de onderdirecteur-binnen:
– Carl Franz Ludwig Fenner januari 1820 – 27 november 1822
– Jacob Harloff december 1822 – december 1823
– Van Midlum januari 1824 – ??
– Jan Frederiks 22 oktober 1826 – 11 december 1830
– Cornelis Wilhelmus Rensing 14 januari 1831 – 1 mei 1834
– Jan Frederik Krieger 1 mei 1834 – 1 juli 1845
– Pieter van Roon 18 juni 1845 – 1 september 1847
– ??
Dan de onderdirecteur-buiten:
– Jan Ariens Bosscha
– Alle Jans Wijkstra 1 mei 1833 – 1 april 1838
– Petrus Postema 1 april 1838 – 1859
—
Ook wel redelijk overzichtelijk is de vervulling van de functie geneesheer op de schans:
– G. Lipholt september 1822 – zomer 1823
– Anton Felix Simon Swart september 1823 – 1 april 1824
– Douwe Petrus van Steenwijk 1 april 1824 – augustus 1826
– Dirk Rutger Hanzon 18 augustus 1826 – 1 oktober 1828
– Douwe Petrus van Steenwijk oktober 1828 – augustus 1829
– Andries Landskroon 24 augustus 1829 – 15 maart 1832
– Teodorus Anderegg 1 juni 1832 – 1 oktober 1833
– Samuel de Goede 23 oktober 1833 – 25 maart 1843
– Augustinus Antonius Hubertus Hamer 18 augustus 1843 –