Martinus Mensink is een van de twee vanuit Gent gekomen zaalopzieners die – zonder dat hun namen genoemd worden – vermeld worden in De bedelaarskolonie blz 87. De andere is Johan Willem Muller.
—
Zijn aankomst wordt gemeld in een brief op 24 september 1822 van kapitein Hoff aan Johannes van den Bosch, welke door Johannes op 27 september wordt doorgestuurd aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 62):
Door de komst der familie van de Adj. Dir. Honing is nu het getal der opzienders in het groot gebouw reeds aanweezig tot 6 geklommen te weeten Evers, de sergeantmajoors Muller en Mensink, Reemst en de twee jonge kinderen Honing.
—
Daarna komt hij op 27 oktober 1822 voor in een brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 62):
De gevraagde opgaaf van de ond. officieren Mulder en Mensink, van de Maatschappij in het zuiden hier aangekomen, zal ik de eer hebben bij eenen volgende de Permanente Kommissie te doen geworden; zijnde deeze onder off. thans te Ommerschans geplaatst.
—
Besluit dd 30 januari 1823 van de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 960):
Besluit der Permanente Kommissie wegens de definitieve aanstelling van ambtenaren in de kolonie de Ommerschans en bepaling van het vast traktement an alle dezelve, van den 30 january 1823.
– J. Honing jr., H. Honing. J.C. Evers, P.J. Seyl, G. Muller, J. Mensink, J. Emmelot tot opzienders van zalen in het bedelaarsetablissement in de Ommerschans; de beide eersten op een traktement van ƒ6- ’s weeks, J.C. Evers op ƒ4- en P.J. Seyl op ƒ3- ’s weeks en de 3 laatstgem. op ƒ2,50 ’s weeks benevens 2,70 aan verstrekking.
—
Hij wordt genoemd bij een incidentje eind 1824 rond de aankomst van twee bedelaars uit Den Haag, zie het verslag daarvan bij Christoffel Sluiter, bedelaar.
Daar wordt hij beschreven als ‘klein van postuur, van middelbaare jaren, gekleed met een blaauwe jas en blootshoofd’.
—
Hij wordt vermeld op folio 18 van het personeelsregister 1828-1834 (Drents Archief, toegang 0186, invnr 997). Volgens die inschrijving is hij geboren op 21 november 1777 en is zijn geloofsovertuiging ‘hervormd’. Hij verdient f 5,20 per week en later is bijgeschreven dat daar twee gulden bijkomt als winkelier.
—
Martinus Mensink is getrouwd met Elisabeth Roos, geboren op 22-06-1778; zij overlijdt 24 maart 1832.
Ze hebben twee kinderen bij zich:
– Arie Mensink, geboren 20-11-1812; hij gaat 31 december 1831 in militaire dienst en wordt in 1835 schrijver van de fabriek in Veenhuizen III.
– Anna Mensink, geboren op 14-08-1815; zij vertrekt op 03-06-1835 door die dag te huwen met Jan Bartels Bosma, boekhouder Ommerschans/buiten, zie zijn file.
–
Martinus Mensink wordt volgens een aantekening op folio 33 van het personeelsregister 1834-1859, invnr 998, op 1 juni 1844 ontslagen.