Paulus Claudius Gillet van Dompselaar wordt genoemd in De bedelaarskolonie blz 228-229, 303.
Hij komt 29 augustus 1824 de Ommerschans binnen via de gemeente Ommen. Naar zijn eigen zeggen (zie zijn file als employé) is dat een vrijwillige opname. Hij krijgt op folio 331 van het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 150.
Voor zijn geboortegegevens zie zijn file als employé, volgens deze inschrijving heeft hij het laatst gewoond in Amsterdam.
Paulus Claudius Gillet van Dompselaar is vijf voet en vier duim lang, hij heeft een rond aangezicht en een rond voorhoofd, blauwe ogen, een gewone neus en mond, een ronde kin, blond haar en geen bijzondere kenmerken.
Hij wordt al snel – maar de datum is onbekend – bevorderd tot bedelaar-veldwachter. Hij behoort tot de groep, genoemd in De bedelaarskolonie blz 244, die op 23/24 mei 1825 als allereersten overgaan van de Ommerschans naar het tweede gesticht te Veenhuizen en daar werkt hij ook als veldwachter. Later komt hij op de schans terug als brigadier-veldwachter.
Zie verder zijn file als employé.