Christoffel Sluiter, bedelaar

Christoffel Sluiter wordt 19 december 1823 de Ommerschans binnengebracht door de stad Den Haag. Hij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 1235.
Volgens die inschrijving is hij geboren 24 mei 1780 te ‘Weden in Duitschland’, als zoon van Hendrik Sluiter en Katharina Hoijenveld, en heeft hij het laatst gewoond in Niekoop. Christoffel Sluiter is vijf voet, vier duim en drie streep lang, hij heeft een lang aangezicht en een lang voorhoofd, ‘graauwe’ ogen, een lange neus, een ronde kin, zwart haar en als bijzonder kenmerk ‘een dubbelde breuk’.

Hij komt op de schans aan met Petrus Johannes Armand en een politieagent. Er gebeurt iets bij hun aankomst wat die politieagent zo verbaast, dat hij er later over schrijft:

Relaas
De ondergetekende agent van policie te S’Gravenhage relateerd bij deze, dat bij het transporteren van de bedelaars, Petrus Johannes.Armand, Christoffel Sluiter op den zeventienden december A.P. van hier na de Ommerschans, opgezonden, den relatant aldaar aangekomen zijnde, en de vermelde bedelaars overleverende, een persoon aldaar, klein van postuur van middel­baare jaren, gekleed met een blaauwe jas en blootshoofd hem heeft afge­vraagd of de door hem begeleid wordenden gebonden waren geweest, hebbende hij daar op geantwoord neen, waarop opgemelde persoon gerepli­ceerd heeft, zoo zij waren gebonden geweest, hadden wij hun niet aangeno­men, al het zulks ik relatere mij te zijn wedervaren,

S’Gravenhage den 29 january 1824
W.V.D.F. Wijk

Dat briefje van agent Wijk is gevoegd bij een brief dd 15 februari 1824 (Drents Archief, toegang 0186, invnr 68) van directeur Visser, die blijkbaar opdracht heeft gehad dit te onderzoeken.

 

Directeur Visser meldt eerst op 8 februari 1824, ook invnr 68:

Zoo is ook aan de Heer Harloff om informatie verzonden de verkla­ring van de agent van politie te s’Hage. Ik hoop bij eene volgende in staat te zijn der Permanente Kommissie de gevraagde inligting te kunnen mededelen.

 

En vervolgens rapporteert hij 15 februari 1824 aan de Permanente Commissie :

De verklaring van den agent van policie te S Hage mij bij missive der Permanente Kommissie dd. 3 dezer no. 5/2 geworden, gaat mede hier nevens terug, met informatie dat volgens schrijven van de Heer Harloff de zaal opziener Mensink de meeste overeenkomst heeft met den vrager naar aanwijzing van dien perzoon in gem. verklaring, doch dat die zaalopziener ontkend ooit zodanige vraag, noch aan den bewusten agent van policie, noch aan eenig ander te hebben gedaan; de van S Hage aangebragte beedelaars verklaaren mede, niets van dat vragen te hebben vernomen en zijn dus buiten staat, eenige renseignementen te kunnen geven: intusschen is het doen van zodanige vragen ten strengsten aan alle geemployeerde te Ommer­schans verboden.

De affaire krijgt hierna geen verder vervolg.

Christoffel Sluiter wordt 22 september 1825 uit het bedelaarsgesticht ontslagen.