Gebaseerd op:
– brief van echtgenoot van Johanna de Knegt (de vrouw die bij het kopen van sayet werd gearresteerd) aan Johannes van den Bosch dd 27 oktober 1825, invnr 76; zie voor de volledige tekst van die brief en haar signalement het file van Johanna van der Knegt,
– brief dd 16 maart 1823 van ‘A.G. Colombon te ’s Hage, verzoekt om met zijn huisgezin in de kolonien geplaatst te worden’, welk verzoek wordt afgewezen, invnr 64,
– brief dd 3 juli 1826 van directeur Visser aan de Permanente Commissie over oa Colombon, invnr 80,
– brieven van de administrateur aan de Permanente Commissie over gedetineerden, dd 26 maart 1825, invnr 72, dd 11 april 1825, invnr 73, dd 26 mei 1825, invnr 73, dd 26 oktober 1825, invnr 76, dd 10 december 1825, invnr 76, dd 12 december 1825, invnr 76,
– brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie over gedetineerden, dd 2 juni 1825, invnr 74.
De vrouw die in de winkel gearresteerd werd, is Johanna de Knegt (1794) B1380. Zij wordt opgepakt 13 oktober 1825, de schans binnengebracht 18 october en ontslagen 5 juli 1827.Haar echtgenoot heet Frederik ter Horst.
De Haagse sollicitant is Alexander Gerard Colombon (1786) A831, Hij komt ook na twee jaar vrij, maar is er een jaar later al weer. Dan heet hij ‘te gebroken en zwak voor de veldarbeid’.
De Belgische gedetineerden zijn Francoise Colot (1806) A1249, en Augustinus de Knop (1808) B1303.