Maria Tijssen, bedelaar

Maria Tijssen is al drie keer eerder opgenomen geweest en had toen de bedelaarsnummers Q 3471, P 1027 en T 3253, als zij 10 oktober 1859 opnieuw de Ommerschans wordt binnengebracht. Dat gebeurt door de gemeente Alkmaar en zij krijgt in het boek gemerkt U (Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 439) het bedelaarsnummer 4415.

Volgens die inschrijving is zij geboren 29 januari 1807 te ’s Gravenhage, is haar geloofsovertuiging ‘roomsch’ en haar beroep ‘arbeidster’.

Als domicilie van onderstand – zie De bedelaarskolonie blz 175-176 – wordt vermeld Beverwijk.

De lengte van Maria Tijssen staat net niet op mijn fotootje, zij heeft een vol aangezicht, bruin haar en blauwe ogen, een kromme neus en een ronde kin en als bijzonder kenmerk is een heel verhaal genoteerd dat volstrekt onleesbaar is.

Bijgeschreven is ‘vrouw van 4414’. Vermoedelijk (gezien het overeenkomende inschrijfnummer van de vorige opname: T 3253 en T 3244) is dat:

Petrus Machiels, die in het boek gemerkt U het nummer 4414 heeft en eerder opgenomen is geweest onder de nummers H 1221, I 3088, M 4989, N 217-1607, R 4958 en T 3244. Zie ook het file van Petrus Machiels(en).

De afloop van de detentie van Maria Tijssen is op mijn fotootje onleesbaar.