Zij loop als een dwijl bij de straat, p 196

Gebaseerd op:
– brief van de stad Utrecht aan de Permanen­te Commissie dd 9 september 1823, invnr 66,
– overige correspondentie over Margaretha Boon van Ostade, later genoemd weduwe Doderlin de Win, en haar kinderen Jan Daniel Doderlin de Win (1819), A1097 en Willem Jacob Boon van Ostade (1821), A1098: brief van de Permanente Commissie aan de Administrateur van het Armenwezen dd 24 juni 1824, invnr 355, brief van de Permanente Commissie aan de Administrateur van het Armenwezen dd 30 augustus 1824, invnr 355, brief directeur aan de Permanente Commissie dd 17 februari 1826, brievenboek invnr 348, brief Permanente Commissie aan de Administrateur van het Armenwezen dd 4 maart 1826, invnr 358, met ‘favorabel besluit’ op een ingediend rekwest,
– informatie over het geslacht Boon van Ostade is mij verstrekt door Jan Lafeber.
NB: De stiefvader van Margaretha Boon van Ostade is Huibert Griffioen van Waerder (1754), haar moeder is Anna Carolina Dabenis. Margaretha wordt 26 april 1826 vrijgelaten.

Zie voor volledige teksten het file van Margaretha Boon van Ostade

– brief van E.Seijffer-Schrikkel, weduwe, moeder van Anna Christina Seijffer, aan de Permanente Commissie dd 30 oktober 1825, invnr 76.
NB: Anna Seijffer komt 15 november 1825 aan op de Ommerschans, ze wordt ingeschreven als B49 en in november 1826 weer vrijgelaten.