Meine van der Heide is van 1828 tot 1854 wijkmeester te Ommerschans-buiten.
Hij wordt vermeld op folio 26 van het personeelsregister 1828-1834 (Drents Archief, toegang 0186, invnr 997). Volgens die inschrijving is hij geboren op 4 mei 1799, was zijn laatste woonplaats Smilde en is zijn geloofsovertuiging ‘hervormd’. Hij verdient f 5,20 per week.
Ervoor was hij wijkmeester bij het tweede gesticht in Veenhuizen. Daarbij, op folio 48 van invnr 997, staat dat hij oorspronkelijk uit Drachten komt. Hij begint op de Ommerschans 26 oktober 1828.
—
Meine van der Heide is getrouwd met Elisabeth Geraets, geboren op 25-12-1805, dochter van voormalig proefkolonist Antonie Gerards, die nu hoevenaar bij de Ommerschans is. Zijn vrouw is ‘roomsch’, de kinderen worden ingeschreven als ‘hervormd’.
Ze komen naar de schans met twee kinderen:
– Wilhelmina van der Heide, geboren op 12-05-1826; zij gaat met ontslag 27 oktober 1849.
– Jacobus van der Heide, geboren op 06-09-1827; hij gaat met ontslag 14 oktober 1854.
Op de schans komen daar nog bij:
– Anthonij Albertus van der Heide, geboren op 04-12-1829; hij overlijdt 1 oktober 1833.
– Rosina Theodora van der Heide, geboren op 06-01-1832; zij gaat met ontslag 14 oktober 1854.
– Johanna Hendrika van der Heide, geboren op 25-09-1833; zij gaat met ontslag 29 oktober 1852.
– Anthonia M. van der Heide, geboren op 01-09-1835; zij gaat met ontslag 1 juli 1854
– Henriëtta Katarina van der Heide, geboren op 14-11-1837
– Theodora Maria van der Heide, geboren op 03-04-1840; zij overlijdt 2 november 1842.
– Theodora Maria van der Heide, geboren op 04-02-1844
—
Volgens drenlias is Meine van der Heide later ook opziener der jagt, waardoor hij in totaal f 6,- verdient.
Volgens een notitie op folio 43 wordt Meine van der Heide als wijkmeester ontslagen 1 november 1854. Bij besluit van 22 augustus 1854 N15 is bepaald ‘ontslaan als wijkmeester en terugplaatsen als hoevenaar’.