Gebaseerd op:
– beschrijving van de eerste desertie door Piel,
– brief van de Permanente Commissie ‘aan de H.H. Gouverneurs van Drenthe, Overijssel en Vriesland, wegens het aanhouden en doen terugbrengen van bedelaars of kolonisten, uit de koln gedeserteerd’, dd 18 oktober 1822, invnr 353, ook uitgebreid geciteerd in:
– brief van de gouverneur van de provincie Overijssel aan gemeentebesturen dd 21 oktober 1822, gemeentearchief Ommen, ingekomen stukken Stad Ommen 1821-1822,
– terugblik Fenner dd 14 februari 1823, invnr 64,
– brief van adjunct-directeur Hoff aan de Permanente Commissie dd 15 maart 1823, invnr 64,
– brandverzekringspolis invnr 1291, over de kelders ‘aan de 4 flanken buiten het gesticht’,
– brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 17 november 1822, invnr 63,
– staat van desertie en overlijden tot 1 januari 1823, invnr 354.
De twee achterhaalde deserteurs zijn:
– Constant Rijbrand ten Neeve (1798) A124,
– Christiaan de Ruiter (1798) A140,
Zie voor de twee succesvolle deserteurs – Huijg van der Grind (1787) A114, en Pieter Thieleman (1775) A119 – ook p 186.