De naam komt ook voor als Tibout.
Catharina Thibaut wordt 24 maart 1823 de Ommerschans binnengebracht vanuit het gesticht te Brussel. Zij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 629.
Volgens die inschrijving is zij geboren 31 januari 1780, als dochter van Guillaume Thibaut en Petronella Bille, en heeft zij het laatst gewoond in Brussel. Catharina Thibaut heeft een ovaal aangezicht en een smal voorhoofd, grijze ogen, een spitse neus, een kleine mond, spitse kin, lichtbruin haar en als bijzonder kenmerk ‘een lidteken aan de regter elleboog’.
Catharina Thibaut deserteert 21 april 1823.
—
Vervolgens is Catharina Thibaut een van de vier eerste rekwestschrijvers, genoemd in De bedelaarskolonie blz 186-187.
Naar aanleiding daarvan schrijft adjunctdirecteur Hoff op 12 juli 1823 over haar (Drents Archief, toegang 0186, invnr 66) dat:
‘Catherien Thibaut was te korte tijd hier, dan dat zij zich ten rechten over haar aangedane behandeling durfde te beklagen; daar dezelve gedurende 4 weeken toereikende verdiensten heeft gehad.’
—
Catharina Thibaut wordt opnieuw binnengebracht 12 november 1823 vanuit Brussel en krijgt in het boek gemerkt A het bedelaarsnummer 1216. Als geboorteplaats is nu ingevuld ‘Ostende provincie West Vlaanderen’ en haar moeders naam is geschreven ‘Billemten’.
Catharina Thibaut deserteert opnieuw 25 juni 1824.