Augustinus de Knop is een van de gedetineerden uit het verbeterhuis te St Bernard, genoemd – zonder naam – op blz 257-258 van De bedelaarskolonie, die het laatste gedeelte van hun straf uitzitten op de Ommerschans.
– Het begint 11 april 1825 met een brief van de Permanente Commissie aan de Administrateur Armenwezen (Drents Archief, toegang 0186, invnr 356):
Wij hebben de eer UwHEdG. in antwoord op deszelfs missive van den 30 maart ll. N47, ontvangen den 2e dezer maand, te berigten dat wij geene bedenking hebben tegen de opneming in het bedelaarsetablissement aan de Ommerschans van den tot 2 jaren gevangenisstraf verwezen jongeling Augustinus de Knop, vermeld in de ons ter letture gezondene, en hierbij teruggaande stukken: zoo dat wij bereid zijn denzelven, op eender kontrakten voor de overneming van bedelaars, in het gen. etablissement voor den bepaalden optenemen en te vestigen; verzoekende wij, ingeval zulks mogt worden bewerkstelligd, intijds onderrigt te worden van zijne opzending.
– Gevolgd door een brief dd 26 mei 1825 van de Administrateur Armenwezen aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 73):
Ter beantwoording van Uwe missive van den 22 februarij 1825, No 1014 heb ik de eer UWelEd. te informeren dat de Gouverneur van Zuid-Braband is aangeschreven tot het doen overbrengen naar de Ommerschans van den delinquent Augustinus de Knop, zijnde het nog overig blijvende gedeelte der straf van vijf jaren gevangenis in een verbeterhuis, waartoe hij hij arrest van het Hof van Asises te Brussel van den 31 maart 1824 is verwezen, door Zijne Majesteits besluit van den 6 mei 1825, No 142, verminderd op 2 jaren, met bepaling dat hij gedurende dien tijd in de onvrije colonie Uwer Maatschappij zal worden opgenomen.
– Waarna directeur Visser zich 2 juni 1825 meldt in een brief aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 74):
Bij deze heb ik de eer, de Permanente Kommissie te doen toekomen eene bij mij van den Heer Adjunkt Direkteur Harloff ontvangen afschrift eener missive van den Procureur des Konings te Brussel, houdende kennisgeving dat zekeren Augustus Beknop naar de Ommerschans zal worden opgezonden; de Heer Harloff mij authorisatie tot de aanneming van gen. persoon vragende, heb ik gemeend die te moeten verleenen, niet twijfelende of zal overeenkomstig de intentie der Permanente Kommissie zijn.
De bijgevoegde brief vertelt niets nieuws behalve dat er inderdaad staat Beknop en niet De Knop en dat deze uit het verbeterhuis te St. Bernard wordt gezonden.
– Augustinus de Knop wordt op een helaas niet door mij opgenomen datum de Ommerschans binnengebracht en krijgt in het boek gemerkt B (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 423) het bedelaarsnummer 1303.
Volgens die inschrijving is hij geboren 24 december 1808 te ‘Vijsingen(?) bij Brussel’, als zoon van Jan Baptist de Knop en Wilbrina(?) van Drusten(?), en heeft hij het laatst gewoond in Brussel. Augustinus de Knop is vijf voet en 1 duim lang, heeft een lang aangezicht en een smal voorhoofd, bruine ogen, een spitse kin, bruin haar en geen bijzondere kenmerken.
– Op 26 oktober 1825 schrijft de Administrateur Armenwezen aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 76):
Ik heb wel ontvangen UWEds. missive van den 30e september 1825 N609, onder anderen betrekkelijk tot Charlotte Colot en Augustinus de Knop, welke de gevangenisstraf tot welke zij zijn gecondemneerd geworden, ingevolge ’s Konings verlangen in de onvrije colonien uwer Maatschappij verduren.
Zijne Excellentie den Minister van Justitie verzoekt mij den termijn op te geven wanneer het confinement van A: de Knop zal afloopen; zoodra het antwoord daarop bij mijne administratie ingekomen zal wezen, zal ik de eer hebben UWEds. daar van te informeren.
– En er is uitsluitsel als 12 december 1825 de Administrateur Armenwezen aan de Permanente Commissie schrijft (Drents Archief, toegang 0186, invnr 76):
Ter verdere beantwoording van UWelEd: missive van den 30 september 1825 N609 autoriseer ik UWelEd: den persoon van Augustinus Knop bij den ontvangst dezer, uit de Ommerschans te laten vertrekken.
Blijkens informatien door het Departement van Justitie gegeven, is zijne gevangenisstraf ten gevolge der toegestane vermindering en later verleenden afslag, met den 1 october ll. komen te eindigen.
NB: De administrateur schrijft dus ruim twee maanden NA het besluit dat hij vrij mag.
Volgens Drents Archief, toegang 0186, invnr 1445, wordt Augustinus de Knop 27 december 1825 ontslagen.
–
18 augustus 2013, Wil Schackmann