Klaasjen Rasters wordt 12 Aug. 1823 de Ommerschans binnengebracht door de stad Hoogeveen. Zij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 1071.
Volgens die inschrijving is zij geboren 9 Mei 1766 te Groningen, als dochter van Hermanus Rasters en Anna Zuurbier. Volgens informatie van Petronella Elema is haar geboortedatum 3 mei 1765 en haar doopdatum 15 mei 1765 en heten haar ouders Harmannus Rassers en Anna Jans Suurbier. Petronella meldt ook dat Klaasje Rassers (zoal ze oorspronkelijk heet) de oudste overlevende dochter was uit een groot gezin (twaalf kinderen uit twee huwelijken).
Klaasjen Rasters heeft een breed aangezicht en een breed voorhoofd, blauwe ogen, een dikke neus, een grote mond, grijs haar en geen bijzondere kenmerken.
–
Haar inschrijving loopt door in het boek gemerkt F en daar staat dat Klaasjen Rasters op 13 july 1828 wordt ontslagen.
–
Maar een jaar later is ze er weer, Op 16 augustus 1829 wordt ze binnengebracht door de gemeente Avereest. Dat duidt erop – zie de redenatie in De bedelaarskolonie blz 132, 201 en 228 over opnames uit de directe omgeving – dat zij vrijwillig vanuit haar woonplaats naar de schans getrokken is en zich vrijwillig heeft aangemeld voor een verblijf daar. Niet zo verwonderlijk als je kijkt naar haar leeftijd.
Ze krijgt in het boek gemerkt F het bedelaarsnummer 1887 . Dit keer wordt de juiste geboortedatum, 3 mei 1765 dus, vermeld, en wordt aan het signalement toegevoegd dat zij vijf voet en twee palm lang is en dat haar kleur ‘bleek’ is.
Klaasjen Rasters wordt 1 april 1830 overgeplaatst naar Veenhuizen, waar zij 2 maart 1832 overlijdt.
Een van de vele bejaarden die de laatste 10 jaar van hun leven in de gestichten doorbrengen.
—
Pagina samengesteld uit correspondentie tussen Wil Schackmann en Petronella Elema.