december 1822, circulaire aan de gouverneurs

De permanente commissie heeft eerder, op 6 december 1822, haar zorgen over een ongecontroleerde toestroom van bedelaars geuit tegenover haar voorzitter prins Frederik, zie hier, en tegenover het ministerie van Binnenlandse Zaken, zie hier.

Blijkbaar (maar dat heb ik niet gezien) heeft ze daarop op 18 december 1822 antwoord gekregen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en daarop besluit ze op dinsdag 24 december 1822 in te grijpen door een circulaire te sturen aan de gouverneurs van de provincies met bepaling hoeveel bedelaars elk van hun naar de Ommerschans mag sturen, invnr 353:

 

Cirkulaire aan de Heeren Gouverneurs der Noordelijke Provincien, houdende opgave van het getal Bedelaars, dat door elk, ingevolge zijne majesteits besluit van 6 november 1822 N15, en tot volmaking van het met den Minister gekontrakteerde getal van 1000, overeenkomstig dat kontrakt, naar de Ommerschans kan worden opgezonden

 

H.E.G. Heer!

Het heeft zijner Excellentie den Minister van Binnenlandsche Zaken behaagd, (bij antwoord op ons te kennen geven, dat er welligt moeijelijkheid zou kunnen ontstaan uit het opzenden van bedelaars door de Heren Gouverneurs ingevolge Z.M.’s Besluit van 6 nov ll N15 zoo lang nog geen kontrakt ter uitvoering van gemeld besluit tusschen het Gouvernement en de Maatschappij was gesloten) ons bij missive van den 18: dezer maand te informeeren dat de bedelaars ingevolge gemeld besluit door de Gouverneurs der Provincien naar de Ommerschans optezenden, geacht zullen worden te behooren tot het getal van 1000 bedelaars waarvoor door ons vroeger met het Gouvernement gekontrakteerd is.

Zijne Excellentie heeft ons desniettemin verzocht aan de Heeren Gouverneurs der Provincien de opgave bij Art 4 van het voorschreven besluit bedoeld, te willen doen.

Wij haasten ons derhalve om aan deze zaak gevolg te geven, en, daar tot op dezen ogenblik reeds door het Gouvernement in de Ommerschans zijn opgezonden of aangekondigd zijn 603 bedelaars en er dus nog 397 ontbreken om de 1000, waarvoor gekontrakteerd is, voltallig te maken, hebben wij, na een gemaakt overslag van het gem. getal van 397 over de verschillende Noordelijke Provincien, de eer UwHEG medetedelen, dat overeenkomstig art. 4 van bovengemeld besluit en dus zonder voorafgaande waarschuwing in de Ommerschans uit uw provincie zullen kunnen worden opgezonden — bedelaars;

(toevoeging in de kantlijn:) In die aan de Gouvn van Drenthe alleen: waaronder echter begrepen zijn de vier, door UwHEG naar de Ommerschans opgezonden, en dus werkelijk nog 23,

welke aldaar zullen worden aangenomen op den voet van het kontrakt voor 1000 bedelaars tusschen ons en het Gouvernement aangegaan; waarbij onder anderen bepaald is, dat dezelve aldaar buiten kosten der Maatschappij moeten worden overgebragt.

Indien het bovengemeld getal UHEG te groot of te klein mogt voorkomen, zullen wij uwe exc. verzoeken daarvan te worden geinformeerd; ten einde hetzelve in verband met het algemeen getal van 397, en met de antwoorden die wij van de Heeren Gouverneurs mogten ontvangen, zoo veel mogelijk te kunnen wijzigen.

Wij hebben voorts de eer ons met eerbiedige hoogachting… enz

Bijgeschreven:
Verdeeling der overige 397 bedelaars, in de Ommerschans te plaatsen, over de 10 Noordelijke Provinciën te insereeren in de cirkulaire aan de provinciale Gouverneurs:

Zuid holland 60
Noord holland 60
Groningen 35
Vriesland 40
Gelderland 40
Noord braband 35
Zeeland 35
Utrecht 35
Overijssel 30
Drenthe 27
                  totaal 397

 

Dit heet voortaan het ‘kontingent’ per provincie en gaat leiden tot een heleboel (nog op te nemen) correspondentie waarbij provincies de grootte van hun contingent willen veranderen.