Holst Serp is 1822-1823 aangesteld als zaalopziener op de Ommerschans, maar het is onbekend of hij daadwerkelijk is aangekomen en er heeft gewerkt.
Er is een notitie dat op 10 september 1822 een aanstellingsbrief is verzonden.
Op 4 januari 1823 schrijft vervangend directeur Falck aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 64)
– Dat de onderofficier H. Drees reeds werkelijk in de Ommerschans is aangekomen, en in functie gesteld, doch dat Holst Serp en van Midlum nog niet zijn gearriveerd.
—
Dat kan kloppen, want op 6 maart 1823 schrijft de provinciale commandant van Antwerpen aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 64):
…ingevolge den inhoud derzelve heb ik de als opziender aangestelde persoon van Holst Serp naar den Ommerschans doen vertrekken. Ik heb met het vertrek van deze man gewagt tot dan de strenge koude voorbij was, en dienvolgens is hij den 26 of 27 februarij van hier per schip naar Rotterdam vertrokken, om verder zijne reijs over Amsterdam voorttezetten.
—
Maar het is dus onbekend of hij is aangekomen.