Uit een brief 13 december 1823 van directeur Visser aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 67):
Ingesloten heb ik de eer de Permanente Kommissie te doen geworden eene tweede bij mij ontvangen brief van zeker Heer S. Gies te Dordrecht, inhoudende dringend verzoek om in een administratie post in de kolonie te worden geplaatst, op zijn eerste verzoek heb ik om attestatie gevraagd, en mijne vader verzogt zoo mogelijk eenige informatie ten aanzien van die man te nemen, en mij dezelve mede te deelen. Het een en ander, als mede s’mans stijl en schrift zijn mij zeer voldoende voorgekomen, en zal dus met goedvinden der Permanente Kommissie die man over 3 dagen aanschrijven, dat hij zich herwaards kan begeven, op de gewone voorwaarden.
—
Bijgevoegd is de brief van Giesse, zoals hij ondertekent. Hij schrijft onder andere:
Want in ernst, onze positie is zorgelijk. Elken dag verlening doet ons de behoefte nader komen en dringt ons, dat geene wat wij nog hebben te consumeeren. Wij smeeken UWEG ten dien gevolgen om u veelvermogend pouvoir, ons vaderlijk deelachtig te maken, en ons der kommervolle positie te ontheffen.
(…)
Neemt ons lot en huisgezin in uwe bescherming.
Zijt voor ons een vader, opdat wij ons geplaatst vinden door uwe veelvermogende invloed en zodanigen post waarvan de inkomsten de uitgaven surpasseren.
Wij stellen derhalven onze lotsbepaling geheel in uwe handen, handelt voor ons geluk! en wij zullen ons gelukkig rekenen in de bescherming van eenen menschenvriend te zijn aangeland, waardoor steeds dankbaar harten het loon zullen uitmaken en al nader en nader zich aan hem kinderlijk hegten als onzen redder.
—
Besluit dd 6 september 1824 van de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 960)
De Perm. Komm. van Weldadigheid, overwegende dat nog onvervuld is de post van boekhouder binnen de Ommerschans; Overwegende dat voor het magazijn in dat etablissement een afzonderlijk geëmployeerde benoodigd is, om de uitgebreidheid der werkzaamheden bij hetzelve;
Tot magazijnmeester bij het etablissement aan de Ommerschans wordt bevorderd de geëmployeerde van het Algemeen Bureau Giesen, op ƒ6:- ’s weeks.
—
Giesse wordt genoemd in de brief dd 13 januari 1825 van directeur Visser aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 72) waarin hij rapporteert over zijn onderzoek naar de bedorven erwten (De bedelaarskolonie blz 235-236):
(…)
Dat verder die erwten te Ommerschans zijn ontvangen door den onderDirekteur van Midlum en magazijnmr. Giessen.
(…)
Wijders geef ik mij bij deeze gelegenheid de eer de Permanente Kommissie met de gewone wijze van aankoop van alle goederen zoo voor de kolonie N5 als Ommerschans bekend te maken; de onder Direkteurs onderhandelen, het zij in persoon, of door brieven met de onderscheidene leveranciers tot zoo lang zij het onderling over den prijs eens zijn, dan onderwerpt de onderDirekteur die overeenkomst aan den adj. Direkteur, met overlegging der monsters, deze de gevraagde prijs billijk vindende word de koop geaccepteert, terwijl de monsters bij Adj. Direkteur blijven berusten, zoo als ook nog de monsters der bewuste erwten bij hem waren, na de aflevering geeft de magazijnmr. een bewijs van het getal ponden of maten welke zijn afgeleverd, aan den leverancier zoo die daar tegenwoordig is, deeze gaat daar mede bij den Adj. Dir. en ontvangt zijn geld naar den bedongen koopprijs; is de leverancier niet tegenwoordig, wordt door den magazijnmr. bij gen. bewijs nog gevoegd de vragtbrief of connosement tot vergelijking en door adj. dir. betaalt per wissel of assignatie, de ond. dir. in ontvang en stelt dezelve op het onder direkteurs of eenig ander boek waar het behoord in uitgaaf:
—
Uit een brief dd 19 februari 1825 van directeur Visser aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 72):
De geëmployeerden in het algemeen voldoen aan hunne bestemming, … de magazijnmeester Giesse die anders zijnen post behoorlijk schijnt waar te nemen, beklaagde zich dat hij verpligt is, ten einde met de administratie au courant te blijven, dikwijls een bedelaars voor eigen rekening tot adsistent te nemen, en verzocht mitsdien, dat die hem voortaan mogt worden toegevoegd; … Bij een eenigzints bepaald nagaan van al de werkzaamheden aan die poot verbonden en de gedagten van de Heren Adjunkt Direkteuren Harloff en Poelman daarover meermalen gehoord hebbende, is het mij dan ook voorgekomen dat de werkzaamheden van den magazijnmeesters te uit gebreid zijn, om door een persoon te worden verrigt, waarom ik bij dezen de eer heb de Permanente Kommissie te verzoeken de authorisatie, om den magazijnmeester daar waar zulks volstrekt gevorderd wordt, een man, het zij in vast emploij, het zij een of meer dagen per week te mogen toevoegen, waarvan de kosten te Ommerschans die van ƒ2″ en te Veenhuizen die van ƒ3″ per week niet mogen surpasseren.
—
10 september 1825: Nota van door de leden der Perm Komm in de koloniën gemaakte bepalingen en genomene besluiten, nader gearresteerd den 16 sept 1825, zie not: van dien dag, nr 21 (Drents Archief, toegang 0186, invnr 961):
J Giese magazijnmeester te OSchans, uit hoofd van nonchalance in de admin: wordt gedurende eene maand gesteld op f5- in plaats van f 6-.
—
Giesse wordt 23 juni 1826 ontslagen (Drents Archief, toegang 0186, invnr 961).