Matijs Wijne, bedelaar

Matijs Wijne of Mathias Weijnen komt 9 november 1822 aan in de Ommerschans met een groep uit het gesticht te Reckheim in Limburg. Hij heeft bedelaarsnummer 266 in het boek gemerkt A. Daar worden geen nadere gegevens vermeld, om redenen die verderop komen, maar volgens brieven van de gouverneur van Overijssel is hij dienstplichtig en moet hij dus in 1823 negentien jaar worden.

Op 3 april 1823 schrijft de gouverneur aan de gemeente Ommen (bron: gemeentearchief Ommen, ingekomen post 1823-1824):

Zwolle, den 3e april 1823

Door den Heer Staatsraad Gouverneur der provincie Limburg geinformeerd zijnde, dat ene Mathias Weijnen, geboren te Lanaken provincie Limburg den 14e september 1804, het laatst gewoond hebbende te Sutendaal(?) in die provincie, zoon van Willem en Elisabeth Lemmers, beiden overleden en geenen voogd bekend, welke op den 9e november 1822 uit het bedelaarswerkhuis van meergenoemde provincie in de kolonie te Ommerschans is aangekomen, en uit hoofde zijns ouderdoms tot de ligting der militie van het lopend jaar behoort, door het bestuur der gemeente Sutendaal, alwaar deszelfs ouders het laatst gewoond hebben, is ingeschreven geworden, doch het aan ZijnHoogEd.Gestr. bij inzage van Z. M. besluit van den 5e january 1822 N10 (ervintelijk(?) in het Provinciaal blad over dien jare N5) toegescheenen is dat de bovengenoemde inschrijving verkeerdelijk heeft plaats gehad en dezelve te Ommerschans had behooren te worden geeffectueerd, heb ik omtrent dien persoon de nodige inlichtingen gevraagd van den Heer Adj Directeur dier kolonie, en verzoek UEd dien ten gevolge, om den voorn persoon overeenkomstig de daaromtrent bestaande bepalingen, onverwijld eene naloting te doen ondergaan, na hem vooraf onder aan de alphabetische lijst der klasse van dezen jare te hebben geplaatst; zullende ik na den afloop dier naloting omtrent het resultaat derzelve UW berigt inwachten.

De gouverneur van Overijssel

 

Daarop zal Ommen de directie van de schans hebben aangeschreven en daar weer op schrijft (ook gemeentearchief Ommen, ingekomen post 1823-1824) adjunct-directeur Harloff aan de burgemeester van Ommen op 14 april 1823:

Ommerschans, 14 april 1823

In antwoord op UEd geeerde dd gisteren zend ik de kolonist Mathias Wijnen ten einde gemeeten te worden; teevens de vrijheid neemende om voor 2 andere medegaande kolonisten K. Blom en ??? eene meeting ten overstaan van UWEed en een certificaat deezer meeting door UEd gelegaliseerd te verzoeken ten einde dit certificaat door hunne respect. militieraaden gevraagd, aan deze raaden te kunnen overgeeven.

 

Het is allemaal tevergeefs, want op 22 april 1823 deserteert Matijs Wijne / Matias Weijnen van de Ommerschans en hij wordt nooit meer teruggevonden, wat ook de reden zal zijn dat er geen verdere notities over hem in het stamboek staan.