Hendrik de Vries wordt 6 augustus 1824 de Ommerschans binnengebracht vanuit het gesticht van Hoorn. Hij krijgt op folio 323 van het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 104.
Volgens die inschrijving is hij geboren 31 december 1789 te ‘Zirkzee’, als zoon van onbekende ouders (vondeling dus), en heeft hij het laatst gewoond in hetzelfde ‘Zirkzee’.
Hendrik de Vries is vijf voet en zes duim lang, hij heeft een ovaal aangezicht en een langwerpig voorhoofd, bruine ogen, zwart haar en geen bijzondere kenmerken.
–
Hendrik de Vries heeft blijkbaar als bedelaar-veldwachter gewerkt. Hij komt voor op een concept-ontslagvoordracht door adjunctdirecteur Harloff maart 1827 (Drents Archief, toegang 0186, invnr 1502)als een van vier mannen bij wie staat genoteerd:
‘dezelve worden voorgedragen ingevolge bepaling van den Heer 2e Assessor, wijl zij als veldwachters hebben uitgemunt in oppassendheid; en daardoor buiten de gelegenheid zijn gesteld geworden om de vereiste f 25: te kunnen verdienen’.
Dit wordt genoemd, zonder de namen, in De bedelaarskolonie blz 278.
NB: den Heer 2e Assessor = Johannes van den Bosch.
—
Hendrik de Vries wordt 16 augustus 1827 ontslagen.