Jacobus Tiggelaar is volgens zijn inschrijving in het bedelaarsregister geboren 9 april 1798 te Leeuwarden. Hij trouwt 5 maart 1826 met Christina Kellerman die overlijdt 12 maart 1827 te Leeuwarden. Uit dat huwelijk is een dochtertje, Geertruida Tiggelaar, geboren 15 januari 1825 te Leeuwarden, maar bij het huwelijk gewettigd. Hoogstwaarschijnlijk (maar ik heb het niet nagekeken) is dat degeen die vanaf Jacobus’ derde opname meekomt naar de Ommerschans.
(NB: Een tigchelaar is een tegelmaker)
–
Jacobus Tiggelaar wordt 21 september 1831 de Ommerschans binnengebracht door de stad Leeuwarden. Hij krijgt in het boek gemerkt F (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 425) het bedelaarsnummer 532.
De inschrijving loopt door in het boek gemerkt G, waar staat dat Jacobus Tiggelaar mei 1834 wordt ontslagen.
—
Op 13 september 1834 komt hij de schans weer binnen vanuit Avereest. Dat duidt erop – zie de redenatie in De bedelaarskolonie blz 132, 201 en 228 over opnames uit de directe omgeving – dat hij vrijwillig naar de schans getrokken is en zich vrijwillig heeft aangemeld voor een verblijf daar. Hij krijgt in het boek gemeld G het nummer 405.
Volgens die inschrijving is zijn aangezicht ‘bleek’, en heeft hij blond haar en blauwe ogen.
Jacobus Storimans wordt 20 juni 1836 ontslagen
–
Maar hij heeft op de schans een nieuwe levenspartner gewonden. Op 13 oktober 1836 trouwt hij te Ommen met Petronella Storimans (Historisch Centrum Overijssel, toegang 123, invnr 10217).
Vanaf dat moment lopen hun geschiedenissen paralel en worden ze steeds gezamenlijk opgenomen (beginnend vanaf 17 dagen na hun huwelijk).
Zie voor haar voorgeschiedenis het file van Petronella Storimans. Vanaf de huwelijksdatum staan haar gegevens hieronder.
–
Als gezegd komen de twee 17 dagen na het huwelijk, op 30 oktober 1836, op de schans. Vanuit Avereest dus hoogst – hoogstwaarschijnlijk een vrijwillige opname. In het boek gemerkt G krijgt Jacobus Tiggelaar (dit is zijn 3e opname) nummer 913, Petronella Storimans (haar 5e opname) nummer 914, waar bijgeschreven is ‘vrouw van 913’.
Volgens mij (maar nogmaals, ik heb het niet nagekeken; het bedelaarsnummer duidt er wel op) hoort hierbij:
– Geertruida Tiggelaar, dochter uit het eerste huwelijk van Jacobus, die in het boek gemerkt G het nummer 915 krijgt.
–
Op 9 dec 1836 worden Jacobus Tiggelaar en Petronella Storimans (en naar ik aanneem ook Geertruida Tiggelaar) overgeplaatst naar Veenhuizen.
Ik vermoed dat ze de beschikking krijgen over een woninkje voor een bedelaarshuisgezin, volgens de procedure als beschreven in De bedelaarskolonie blz 259.
Dat vermoeden wordt versterkt omdat ze kinderen krijgen:
– Ignatie Gerrit Tiggelaar, geboren op 20 april 1838 te Veenhuizen, hij krijgt in het boek gemerkt H het nummer 1061.
– Cornelis Tiggelaar, geboren 6 februari 1840 te Veenhuizen, hij krijgt in het boek gemerkt I het nummer 720.
– Dorothea Tiggelaar, geboren op 15 juni 1842 te Veenhuizen, zij krijgt in het boek gemerkt K het nummer 1896.
– Johanna Christina Tiggelaar, geboren op 11 mei 1845 te Veenhuizen, zij krijgt in het boek K het nummer 1763
–
Tot zover ziet het er allemaal niet zo beroerd uit. Maar dan wordt het hele gezin ontslagen op 19 mei 1846.
En blijkbaar komt er dan ziekte en gebrek. Jacobus Tiggelaar en Petronella Storimans komen vanuit Leeuwarden op 14 augustus 1846 de Ommerschans. Ze krijgen in het boek gemerkt M respectievelijk nummer 4620 en nummer 4621.
Ik weet niet precies welke kinderen ze bij zich hebben, maar in ieder geval de jongste dochter Johanna Christina, die op folio 128 van het boek gemerkt N het nummer 4627 krijgt, maar nog in 1846 overlijdt.
Te Leeuwarden zijn achtergebleven Cornelis Tiggelaar die 22 november 1846 daar overlijdt. En Dorothea Tiggelaar die 21 juli 1847 in Leeuwarden overlijdt.
Geertrui Tiggelaar is inmiddels begin twintig en zal nog wel enkele malen in de bedelaarskolonie komen (en ook met een andere bedelaarskolonist trouwen), maar volgens mij opereert ze verder los van haar vader en stiefmoeder.
—
Jacobus Tiggelaar en Petronella Storimans worden 20 december 1847 uit de Ommerschans ontslagen.
Op 9 juni 1848 zijn ze er weer, dit keer vanuit Heerenveen. In het signalement van Jacobus staat nu als bijzonder kenmerk ‘geschonden van de pokken’.
Jacobus krijgt op folio 67 van het boek gemerkt O het nummer 2388, Ignatie Gerrit Tiggelaar op folio 68 van hetzelfde boek het nummer 2394, Petronella in het boek gemerkt L het nummer 2392.
Dit is weer een lange opname, die ze zo te zien helemaal in de Ommerschans doorbrengen. Ze worden ontslagen 14 april 1858.
–
Tenslotte de laatste opname, een kleine maand later: op 2 mei 1858 komen ze vanuit Assen. Jacobus Tiggelaar krijgt het nummer S 717, Petronella Storimans het nummer S 719.
Of de nu twintigjarige Ignatie er bij is, betwijfel ik, hij heeft nog wel een opname maar dat is nummer U 5906.
Jacobus Tiggelaar overlijdt 6 juli 1858.
Petronella Storimans overlijdt 6 februari 1859.
Hun zoon Ignatie Gerrit overleeft alles en zal op 80-jarige leeftijd 20 juli 1918 overlijden te Arnhem.