Hendrik van der Steen, bedelaar

Hendrik van der Steen wordt 16 januari 1824 de Ommerschans binnengebracht door ‘de stedelijke regering van ’s Hertogenbosch’. Hij krijgt op folio 333 van het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 165.
Volgens die inschrijving is hij geboren 5 december 1812 te ‘Boekholt, prov NoordBraband’, als zoon van een onbekende vader en Anthonia van der Steen, en heeft hij het laatst gewoond in hetzelfde Boekholt.

(typisch vind ik dat bij hetzelfde konvooi nog een vaderloze jongen zit die in Boekholt woont: Jan Verheyvoegers)

Hendrik van der Steen is vier voet en twee duim lang, hij heeft een bleek aangezicht en een breed voorhoofd, blauwe ogen, een kleine neus en kleine mond, een spitse kin, blond haar en geen bijzondere kenmerken.

Volgens die inschrijving zou hij pas twaalf jaar oud zijn, maar volgens de rechtbank is hij zestien.

Bijgevoegd bij een brief van directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 3 april 1824 is een besluit van de rechtbank te Nijmegen dat de in de Om­merschans verblijvende Hendrikus van der Steen (16) wegens medeplichtig­heid aan eenvoudige diefstal tot een jaar gevangenis veroor­deeld is en dat hij naar een gevangenis moet worden gestuurd.
(Drents Archief, toegang 0186, invnr 69)

In het brievenboek wordt genoteerd ‘direkteur … berigt de op geregtelijke rekwisite gedane uitlevering van den bedelaar Hendr van der Steen, volgens bijgaande kopijstukken’.
(Drents Archief, toegang 0186, invnr 348)

Het stamboek vermeldt bij Hendrik van der Steens inschrijving ‘overgegeven aan de rechtbank van justitie te Zwol wegens diefstal’.

Een jaar later schrijft directeur Visser aan de Permanente Commissie dd 21 april 1825:
Bij den schrijven van den 3 april 1824 N127 had ik de eer de Perma­nen­te Kommissie kennis te geeven, dat ten gevolge van een vonnis der regtbank van eersten aanleg, zitting houdende te Nijmegen dd. 23 november 1823 was gereclameerd den bedelaar Hendrikus van der Steen, en dat aan deeze reclame door den Heer Harloff was gevolg gegeven.
Thans informeerd mij gen. Heer Adj. Dir. bij deszelfs brief van den 18 dezer N726 dat die van der Steen, in den loop der gepasseerde week is te rug gebragt en vraagt mij hoedanig denzelven te beschouwen, namentlijk als opnieuw aangekomen uit de provintie – zijnde hij destijds uit de controle gerenvoi­jeerd – of op welke andere wijze;
aangenaam zoude het mij wezen, alvorens daar op te antwoor­den, de conduite der Permanente Kommissie te vernemen.
(Drents Archief, toegang 0186, invnr 73)

Hendrik van der Steen wordt 13 april 1825 de Ommerschans weer binnengebracht ‘door t gemeentebestuur van Vollenhoven’ en krijgt op folio 483 van het boek gemerkt A het bedelaarsnummer A 1201. Het signalement wordt letterlijk overgenomen van de vorige inschrijving, inclusief het geboortejaar 1812.

Hendrik van der Steen overlijdt op de schans 16 april 1826.