Elisabeth van der Sluis, bedelaar

Op 20 december 1823 schrijft directeur Visser aan de Permanente Commissie, invnr 67, ‘aangaande het verschil tusschen H.H. Gouverneurs van Utrecht en Zuid-Holland betreffende de laatste woonplaats, van de navolgende bedelaars te Ommerschans’ en dan noemt hij ook: ‘Dat Elizabeth van der Sluis zedert 3 jaren diende te rotterdam, bij zekere Natje Oostendorp van waar zij gegaan is naar Utrecht, alwaar zij na 2 dagen toevens is gearresteerd en naar de Ommerschans is gezonden, wonende haar ouders te Rotterdam.’