Pieter Alberts Robbers wordt 16 januari 1824 de Ommerschans binnengebracht door ‘de stedelijke regering van ’s Hertogenbosch’. Hij krijgt op folio 332 van het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 157.
Volgens die inschrijving is hij geboren 25 september 1789 te Venlo, als zoon van Gerardus Robbers en Johanna Smulders, en heeft hij het laatst gewoond in hetzelfde Venlo.
Pieter Alberts Robbers is vijf voet en negen duim lang, hij heeft een lang aangezicht en een plat voorhoofd, blauwe ogen, een spitse neus, kleine mond, een brede kin, blond haar en geen bijzondere kenmerken.
Pieter Alberts Robbers behoort tot de groep, genoemd in De bedelaarskolonie blz 244, die op 23/24 mei 1825 als allereersten overgaan van de Ommerschans naar het tweede gesticht te Veenhuizen.
Zijn inschrijving loopt door in het boek gemerkt F, maar dat heb ik niet ingezien.