Lambert Mercier, bedelaar

Lambert Mercier wordt 24 maart 1823 het bedelaarsgesticht binnengebracht vanuit het gesticht te Brussel en krijgt in het boek gemerkt A, Drents Archief toegang 0137.01 invnr 422 het nummer A 621.

 

Volgens het brievenboek met invnr 20 is er 9 mei 1823 een brief van het ministerie van Binnenlandse Zaken:

verzoekt informatie of zeker bedelaar M. Mercier bewust is dat zijn broeder voor hem ontslag verlangt, en of hij dat zelf zoude verlangen

 

De permanente commissie bespreekt de brief 13 mei bij agendapunt 15 en zendt hem door naar de directeur op 14 mei 1823. De directeur reageert op zaterdag 24 mei 1823, invnr 65:

Den brief van Zijne Excellentie den Heer Minister van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat, betrekkelijk het ontslag van Martin Mercier (?), met de missive der Perm Kommissie van den 14 dezer N 41/5 ontvangen, is in plaats van afschrift daarvan abusievelijk aan den Heer von Hoff gezonden; ten einde de Permanente Kommissie niet langer op berigt aangaande gem. Mercier te laten wagten, heb ik de eer dat afschrift hierbij te voegen, met informatie dat Martin Mercier verklaard heeft, gaarne zijn ontslag te zullen ontvangen.

 

Waarom ze hem Martin in plaats van Lambert noemen weet ik niet. De permanente commissie brengt de boodschap op 31 mei 1823 over aan het ministerie van Binnenlandse zaken.

 

Maar blijkbaar gaat het ontslag niet door, want Lambert Mercier deserteert op 1 september 1824. Hij wordt mei 1825 weer teruggebracht door de procureur crimineel van Antwerpen en krijgt dan op folio 494 van het boek gemerkt A het bedelaarsnummer  A 1244. Verder heb ik zijn geschiedenis niet gevolgd.