Justine Mussaart, bedelaar

Justine Mussaart wordt 6 augustus 1824 de Ommerschans binnengebracht vanuit het gesticht te Hoorn. Zij krijgt op folio 415 van het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 1133.
Volgens die inschrijving is zij geboren 15 augustus 1790 te Tilburg, als dochter van Johannes Mussaart en Elisabeth Eelings, en heeft zij het laatst gewoond in Hoorn.
Justine Mussaart heeft een breed aangezicht en een breed voorhoofd, bruine ogen, een ‘middelmatige’ neus en mond, ronde kin, bruin haar en geen bijzondere kenmerken.

Haar oom A.. Eilings wendt zich dd 4 juli 1825 tot de Maatschappij met een verzoek om haar vrijlating (Drents Archief, toegang 0186, invnr 75):
Geeft eerbiedig te kennen, A. Eilings, mr. schoenma­ker, woonende te Amsterdam op de Utrechtsestraat bij de Botermarkt, dat hij zich in der tijd, volgens inleggende antwoord, geadresseerd hebbende bij hoofdbestuurderen van het bedelaars gesticht te Hoorn, nu de vrijheid neemt zich tot UWelE. te wenden, nederigst het ontslag verzoekende van Justina Mutsar zijne nigt, die, seedert jaaren reeds ouderloos, meer dan 12 jaaren, met een zeer goed gedrag, onder zijne directie is geweest.
Redenen waarom hij zich voor haar interesseert, en UWelEdele zijn verzoek zeer beleefdelijk herhaalt, om, in antwoord, eene gunstige dispositie tot harer ontslag te mogen vernemen.

Bijgevoegd is een briefje:
Hoorn 4 september 1824
Justina Mutsar niet meer onder onze Directie zijnde zo kunnen wij in deze niets voor UEd. doen, als alleenlijk UEd. renvoyeeren naar de Commissie van Weldadigheid te ‘S Gravenhage.

De uitslag over dit verzoek is mij niet bekend, maar is ook niet zo belangrijk, want
Justine Mussaart overlijdt 2 mei 1826 op de Ommerschans.