Jannetje Markus wordt – met alleen de achternaam – genoemd in De bedelaarskolonie blz 91
Jannetje Markus behoort tot de vrouwen in het provinciaal werkhuis te Hoorn, beschreven in De bedelaarskolonie blz 90-92, die door kapitein Hoff worden geselecteerd en daarna door hem over de Zuiderzee naar de Ommerschans worden gebracht, waar ze 10 oktober 1822 aankomen. Er is een lijst van alle deelnemers aan dat transport.
Jannetje Markus wordt in het ‘boek gemerkt A’ (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) ingeschreven onder bedelaarsnummer 40. Volgens die inschrijving is zij geboren 19 mei 1796 te Amersfoort als dochter van Jan Dommelen en Jaantje Markus en heeft zij het laatst gewoond te Amersfoort. Zij heeft een rond aangezicht, zwart haar, bruine ogen, grote neus, ronde kin en als bijzonder kenmerk ´een zwart stippie op den mond´.
Volgens Douwe Petrus van Steenwijk kan zij niet werken wegens ´zinneloos en aanhoudende ziekte´.
Jannetje Markus overlijdt 15 april 1825.
20 juli 2013, WS