Geesje Muis, bedelaar

De eerste letter is zo sierlijk dat er zowel Muis kan staan als Huis,

Geesje Muis behoort tot de vrouwen in het provinciaal werkhuis te Hoorn, beschreven in De bedelaarskolonie blz 90-92, die door kapitein Hoff worden geselecteerd en daarna door hem over de Zuiderzee naar de Ommerschans worden gebracht, waar ze 10 oktober 1822 aankomen. Er is een lijst van alle deelnemers aan dat transport.

Geesje Muis wordt in het ‘boek gemerkt A’ ingeschreven onder bedelaarsnummer 57. Volgens die inschrijving is zij geboren 1 november 1791 te Enkhuizen als dochter van Pieter Muis en een lastig te ontcijferen moeder, en heeft zij het laatst gewoond in een ook al lastig te ontcijferen plaats. Zij heeft een lang aangezicht en rond voorhoofd, bruin haar en blauwe ogen, een spitse neus, kleine mond, en als bijzonder kenmerk ‘een vratje op de linkerwang’.

Geesje Muis behoort tot de groep, genoemd in De bedelaarskolonie blz 244, die op 23/24 mei 1825 als allereersten overgaan van de Ommerschans naar het tweede gesticht te Veenhuizen.

Haar inschrijving loopt door in het boek gemerkt F, maar dat heb ik niet ingezien.

9 augustus 2013, WS