Elisabeth Martens, bedelaar

Elisabeth Martens komt 18 mei 1823 de Ommerschans binnen met een konvooi uit Noord-Brabant, wat in het stamboek heet ‘de stedelijke regering van ’s Hertogenbosch’. Ze krijgt in het stamboek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 422) het bedelaarsnummer 761.
Volgens die inschrijving is zij geboren 6 november 1804 te Asten als dochter van Willem Martens en Willemijn Verhoven (moeilijk leesbaar).
Elisabeth Martens heeft een ovaal aangezicht, rond voorhoofd, blauwe ogen, kleine mond, blond haar en geen bijzondere kenmerken.

Haar moeder, een weduwe met acht kinderen, schrijft eerst adjunctdirecteur Hoff en als ze van hem heeft vernomen dat haar dochter zich ter plekke goed gedraagt, schrijft ze een rekwest. Die brief wordt als voorbeeld van de binnenstromende rekwesten uitgebreid behandeld in De bedelaarskolonie blz 224-225. Hier de tekst (Drents Archief, toegang 0186, invnr 69), waarbij ik tussen haakjes leestekens heb toegevoegd, want daar deed de weduwe niet aan:

Vlierde den 1 april 1824

Heere Komisaarisse

Neeme de vrijhijt UE deesen toe te senden om UE te informeeren dat ik seedert vier jaaren ben weeduwe met agt kinderen, waar van er enen in konings dienst is, de andere tans dienstbaar op vier na, daar ik mets godts hulp op een eerlijke wijs mijn broot mee win die niemant oneerlijk behandelen en goet oppasse(.) ik heb het ongeluk gehat dat mijne dogter Eliesabet Martens heeft sonder weeten van mijn op een hoek van het dorp Deursen sijnde omtrent een half kwartier van mijne wooning bij een boer na rekenturf gervaagt heeft(.) er was doe een verbot teegen het beedelen en om dat dat juijst in een een ander dorp was en mijn dogter niet wist dat sij daar aan misdeet dog wier sij door den bregendier van Aste gevat in april 1823(.) sij is oudt twintig jaar(.) is vervolgens getransporteert tot sij is den 18 meij 1823 met een transport schip uijt sBosch in de ommerschans gearrieveert(,) daar sij sig als nog bevint en goet oppast soo als ik van den Atjunk Dierekteur der kaloonien verstaan heb(.) nuu was mijn ootmoede versoek om mijne dogter Eliesebet Martens weerom te moogen hebbe(.) waarde heeren UE kunt seer ligt naagaan hoe smartelijk het mij valt als weeduwe met mijne kinderen mijn best te doen en dan op soo ene wijs van mijn kint geschijde te sijn(.) in verwagting Waarde Heeren UE aan mijn versoek sult voldoen blijve ik UE neederiege dienaresse

de weedewe Willemijn Martens

De pogingen van de weduwe om haar dochter vrij te krijgen, komen ook aan bod op deze pagina van Deurnewiki. Volgens mij zijn de daar opgenomen citaten de aan het rekwest voorafgaande correspondentie tussen de weduwe en adjunctdirecteur Hoff.

Het baat allemaal niet, de weduwe zal haar dochter nooit terugzien. Elisabeth Martens overlijdt op de schans 28 september 1824.

30 juli 2013, Wil Schackmann