Hendrik & Pieter Keijdel, bedelaars

Drie van mijn voorouders hebben hun tijd doorgebracht in het Pauperparadijs.

Hendrik Keijdel (Oudouder) was getrouwd met Jannetje van der Voorde en ze woonden in de Karnemelkshaven in Rotterdam. Ze kregen 6 kinderen, waarvan er 5 overleden voor ze 10 jaar oud waren.
De grootste klap kwam in 1835 toen er op een maand tijd zowel drie kinderen als moeder Jannetje overleden. Hendrik stond er toen alleen voor met alleen de 5 jarige Pieter nog in leven. De volgende keer dat ze weer ergens in documenten voorkomen is in 1837, in de boeken van Veenhuizen/Ommerschans.

Hendrik (1399) en Pieter Keijdel (G 1447) komen op 13 juni 1837 aan in de Ommerschans vanuit Rotterdam, ze worden op 27 april 1839 weer ontslagen.

Later komt Pieter alleen: hij wordt (L 2625) vanuit Amsterdam, vijftien jaar oud, opgenomen op 30 december 1845. Hij is dan 1 meter 34 lang, heeft bruin haar en bruine ogen en geen bijzondere kenmerken. Hij wordt op 17 januari 1846 overgeplaatst naar Veenhuizen.

Wie daar dan ook woont is Petronella Zwanenburg. Zij is in 1827 geboren in de Kromelleboogsteeg in Amsterdam en ze komt op 12 februari 1841 onder de hoede van de Inrichting voor Stadsbestedelingen te Amsterdam. In het ‘Inneemboek, staat van opgenomen vondelingen, wezen en verlatenen, 1828-1915’ valt te lezen: ‘Vrijdag 12 February 1841. Petronella Maria Wilhelmina Zwanenburg oud 13 1/12 jaar, geboren 24 December 1827, religie Rooms Catholijk. Dochter van Pieter Zwanenburg en Elisabeth Hofboer. De moeder overleden. De vader (onecht) heeft voor eenige jaren reeds deze moeder en kind verlaten. Ingebracht door Cornelis Schouten zich noemende de oudoom van voornoemd kind en opgevende te wonen in de Laurierstraat in de Klokkegang No 1.’
Al kort daarna, op 22 maart 1841, komt Petronella in Veenhuizen aan als opgenomen wees en vondeling, 13 jaar oud. Ze krijgt het weesnummer 1352. Ze wordt 6 april 1847 uit het kindergesticht ontslagen.

Pieter gaat 5 juni 1849 met ontslag. Pieter Keijdel en Petronella Zwanenburg trouwen in 1858 in Amsterdam en worden zo een van mijn betovergrootouders. Mogelijk hebben ze elkaar in Veenhuizen leren kennen, want uit de gegevens hier boven blijkt dat ze dus drie maanden tegelijk daar gezeten hebben.

Ze komen later nooit meer terug in Veenhuizen, in tegenstelling tot Hendrik Keijdel, die bijna zijn hele oude dag in het bedelaarsgesticht doorbrengt:
● Op 17 juli 1857 wordt hij als T 2175 vanuit Amsterdam opgenomen, hij wordt ontslagen 10 mei 1861, als beroep wordt vermeld kleermaker;
● Op 28 mei 1861 als U 4710 vanuit Zwolle (dus waarschijnlijk een vrijwillige opname), hij heet ook nu kleermaker te zijn en wordt weer ontslagen 20 juni 1865;
● Op 26 juli 1865 als W 3258 vanuit Rotterdam, hij wordt (hij is de zeventig jaar dan gepasseerd) ontslagen 26 juli 1869, en
● Op 29 september 1869 als nr 5684 vanuit Rotterdam, hij wordt 20 juni 1870 ontslagen.

Frans Burger (met enige aanvullingen van Wil Schackmann)
6 januari 2020,
franciscusburger@gmail.com