Aaltje Hendriks behoort tot de vrouwen in het provinciaal werkhuis te Hoorn, beschreven in De bedelaarskolonie blz 90-92, die door kapitein Hoff worden geselecteerd en daarna door hem over de Zuiderzee naar de Ommerschans worden gebracht, waar ze 10 oktober 1822 aankomen.
Er is een lijst van alle deelnemers aan dat transport.
Aaltje Hendriks wordt in het ‘boek gemerkt A’ ingeschreven onder bedelaarsnummer 32. Volgens die inschrijving is zij geboren 8 juli 1790 te Hoorn als dochter van Hendrik Admanus Hendriks en Marretje van Lier, en heeft zij het laatst gewoond te Hoorn. Zij heeft een rond aangezicht, plat voorhoofd, bruin haar, blauwe ogen, dikke neus en kleine mond en als bijzonder kenmerk ´een wijnig pokdalig´.
Zij wordt 24 mei 1825 overgeplaatst naar Veenhuizen.
20 juli 2013, Wil Schackmann