Cilia van der Groef, bedelaar

Cilia van der Groef wordt 22 juni 1824 de Ommerschans binnengebracht door ‘de regering van Oudewater’. In het stamboek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 422) wordt zij ingeschreven als ‘Alida van der Groef’, maar in alle andere stukken heet zij Cilia dus dat houd ik aan. Ze krijgt op folio 325 van dat stamboek het bedelaarsnummer 120.

Cilia van der Groef wordt met naam genoemd op blz 272 van De bedelaarskolonie. Ze komt ook voor op een pagina van Wim van der Groef.
Volgens die laatste pagina is zij gedoopt 29 juli 1787, dat lijk mij betrouwbaarder dan de bij inschrijving in het stamboek genoemde geboortedatum 29 juli 1789. De ouders, Pieter van der Groef en Jannegje Bakker kloppen wel, evenals de geboorteplaats en plaats waar zij het laatst gewoond heeft: Oudewater.
Volgens de inschrijving is Cilia van der Groef 4 voet en 10 duim lang, heeft zij een lang aangezicht en breed voorhoofd, blauwe ogen, kleine neus, ronde kin, blond haar en als bijzonder kenmerk iets dat niet goed te lezen valt en lijkt op ‘recident aan de neus’.

Op de lijst van invaliden die adjunctdirecteur Harloff in april 1827 maakt, zie De bedelaarskolonie blz 272, valt zij onder de ‘heele invaliden’ met een ‘ongeneeslijke venuskwaal’ (Drents Archief, toegang 0186, invnr 1567).

Verderop meer over haar.

Zij is bij aankomst vergezeld van twee kinderen:

Pieter van der Groef, die op folio 325 van het stamboek gemerkt A het bedelaarsnummer 123 krijgt. Volgens die inschrijving is hij geboren 4 april 1823 te Oudewater als zoon van een onbekende vader en ‘Alida van der Groef’. Er is geen signalement van hem gemaakt. Pieter van der Groef overlijdt 27 april 1825 op de Ommerschans.

Willem van der Groef, die op folio 326 van het stamboek gemerkt A het bedelaarsnummer 128 krijgt. Volgens die inschrijving is hij geboren 4 april 1821 (volgens de hiervoor genoemde site op 5 maart 1821 en dat lijkt me waarschijnlijker; het zou wel erg toevallig zijn als allebei de jongens op dezelfde dag van het jaar geboren zouden zijn) te Oudewater (volgens Wim van der Groef in Kamerik en de Houtdijken) als zoon van een onbekende vader en ‘Alida van der Groef’. Er is geen signalement van hem gemaakt. Verderop meer over hem.

Cilia van der Groef heeft nog twee kinderen van een onbekende vader en blijkbaar wil men te Oudewater schoon schip maken, want een paar dagen later, op 25 juni 1824, worden door de Regenten van het Arm- en Weeshuis te Oudewater in de vrije kolonie Wilhelminaoord gebracht:

Johanna van der Groef, geboren op 18-09-1815 als dochter van een onbekende vader en Cilia van der Groef. Zij wordt ingedeeld bij het gezin van kolonist Antonie van Puffelen, ook uit Oudewater. Volgens de Maatschappij-administratie wordt zij later ondergebracht bij kolonist J. Bakker in kolonie 1, kolonist W. Klingen in kolonie 2, kolonist H.G. Rangen in kolonie 2, kolonist C. van Dijk (wijkmeester) in kolonie 2, kolonist A. Koenrades in kolonie 2, kolonist C. van Nieuwenhoven in kolonie 2, huisverzorger H. Jacobs in kolonie 2, kolonist J. Wesseling in kolonie 2, kolonist C.J. Thoss in kolonie 1, kolonist C.v.d.Berg in kolonie 2, kolonist F. Grothé in kolonie 1.
Waarna zij tenslotte opnieuw bij Van Puffelen komt en vandaaruit op 28-10-1837 wordt ontslagen en de wijde wereld intrekt.

Jannigje van der Groef, geboren op 09-08-1814 als dochter van een onbekende vader en Cilia van der Groef. Zij wordt ook ingedeeld bij het gezin van kolonist Antonie van Puffelen uit Oudewater. Volgens de Maatschappij-administratie wordt zij later ondergebracht bij kolonist J. Bakker in kolonie 1, kolonist P. Mommers in kolonie 2, huisverzorger J.H. Horst in kolonie 2, kolonist J.H. Bregeman in kolonie 2, kolonist W. van Haften in kolonie 2, kol. P.J. Pennings in kolonie 1, kolonist Jan de Vries in kolonie 1, voor de tweede keer bij Antonie van Puffelen, dan voor de tweede keer bij kolonist J. Bakker in kolonie 1, kolonist P. Lansbach in kolonie1, kolonist A. Vegters in kolonie 2.
En tenslotte bij kolonist P. Letterie in kolonie 2, waarvandaan zij op 30-10-1837 (dus twee dagen na het ontslag van haar zus) de kolonie illegaal verlaat (‘deserteert’).

Blijkbaar verhuist Cilia van der Groef op een gegeven moment van de Ommerschans naar een woninkje voor een bedelaarshuisgezin aan de buitenkant van het tweede etablissement (zie De bedelaarskolonie blz 259). Ze zal zoon Willem daar bij zich gehad hebben, maar het is onbekend of ze ook de twee dochters bij zich in huis mocht hebben of dat die in de vrije kolonie bleven.

Cilia van der Groef overlijdt daar op 2 november 1828.

Daarna, op 17 januari 1829, wordt ook zoon Willem van der Groef door de Regenten van het Arm- en Weeshuis te Oudewater in de vrije kolonie geplaatst. Hij wordt ondergebracht bij kolonist A.B.Kooijstra in kolonie1, kolonist Antonie v. Puffelen in kolonie 2, kolonist J.H.Dornbach in kolonie 2 en tenslotte bij kolonist F.J. Spoelstra in kolonie 1, vanwaar hij op 04-05-1839 in militaire dienst gaat. Op de genoemde site van Wim van der Groef wordt zijn latere levensgeschiedenis beschreven.

31 juli 2013, Wil Schackmann