Sebastiaan Everard, bedelaar

Sebastiaan Everard behoort tot de groep van tachtig personen die op 3 november 1822 op de Ommerschans aankomen vanuit het gesticht van Kameren bij Brussel, het werkhuis van de provincie Zuid-Brabant, wier aankomst wordt genoemd op pagina 103 van De bedelaarskolonie. Er is een lijst van alle deelnemers aan dat transport.

Hij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 180.

Volgens die inschrijving is hij geboren 3 november 1806 te Alphen en heeft hij het laatst gewoond te Brussel.
Sebastiaan Everard is vijf voet, vier palm en drie streep lang, hij heeft een vol aangezicht en een rond voorhoofd, blauwe ogen, een ronde kin, bruin haar en als bijzonder kenmerk ‘pokdalig’.

Sebastiaan Everard deserteert 20 oktober 1823, maar is op 11 november daarvan terug.

Hij behoort tot de groep, genoemd in De bedelaarskolonie blz 244, die op 23/24 mei 1825 als allereersten overgaan van de Ommerschans naar het tweede gesticht te Veenhuizen.

Zijn inschrijving loopt door in het boek gemerkt F. Daar staat hij ingeschreven als Laurens Everard en daar wordt genoteerd dat hij 16 augustus 1827 wordt ontslagen.