Geertruida Carissen wordt 28 april 1855 de Ommerschans binnengebracht door de stad Roermond, na een veroordeling. Zij krijgt in het boek gemerkt S (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 437) het bedelaarsnummer 674.
Volgens die inschrijving is ze geboren in 1817 en is haar geloofsovertuiging ‘roomsch’.
Achter haar naam staat V2, wat inhoudt dat ze wordt ondergebracht in het tweede gesticht te Veenhuizen.
Geertruida Carissen wordt 6 juli 1860 ontslagen.
Maar volgens de index op de inschrijvingen keert ze later terug en krijgt zij het bedelaarsnummer U 5794.