Gebaseerd op:
– brief van de schout van de gemeente bedum aan de gouverneur van de provincie Groningen dd 12 augustus 1823, GrA tg 800 invnr 232,
– besluit van de gouverneur dd 14 augustus 1823 om de meisjes naar de Ommerschans te laten brengen, GrA tg 800 invnr 311,
– brief van de gouverneur van de provincie Groningen aan de schout van Hogezand dd 19 augustus 1823, GrA tg 800 invnr 311,
– brief van de schout van Hogezand aan de gouverneur van de provincie Groningen dd 21 Augustus 1823, GrA tg 800 invnr 233,
– brief van de gouverneur van de provincie Groningen aan de ‘Directeur van de Koloniën der Maatschappij van Weldadigheid de Ommerschans’ dd 26 augustus 1823, GrA tg 800 invnr 311,
– brief van adjunctdirecteur Hoff aan de gouverneur van de provincie Groningen dd 2 september 1823, GrA tg 800 invnr 234,
– brief van de gouverneur van de provincie Groningen aan de Permanente Commissie dd 2 september 1823, GrA tg 800 invnr 312,
– brief van de Permanente Commissie aan de gouverneur van de provincie Groningen dd 13 september 1823, invnr 354,
– brief van de gouverneur van de provincie Groningen aan de Permanente Commissie dd 17 september 1823, invnr 66,
– brief van de Permanente Commissie aan de administrateur van het armwezen dd 30 september 1823, invnr 354,
– brief van de administrateur van het armwezen aan de Permanente Commissie dd 31 oktober 1823, notitie in brievenboek invnr 20,
– besluit van de Permanente Commissie dd 7 november 1823 om de directeur ‘te autoriseren om op de aanvraage des gouverneurs van groningen, 2 abusief naar de Ommerschans opgezondene meisjes dadelijk te ontslaan’, notitie in brievenboek invnr 20.