Gebaseerd op:
– brief van Johannes van den Bosch aan de Permanente Commissie dd 24 december 1821, invnr 59,
– brief van Johannes van den Bosch aan W.A. Ockerse dd 8 december 1821, invnr 59,
– strafkolonistenregister, invnr 1442,
– Star december 1821,
– brief van Johannes van den Bosch aan W.A. Ockerse dd 2 juli 1821, invnr 58,
– brief van Johannes van den Bosch aan de Permanente Commissie dd 12 december 1821 over Hoff, invnr 59,
– brief van Johannes van den Bosch aan de Permanente Commissie dd 24 december 1821 idem, invnr 59,
– Koninklijk Besluit 3 januari 1822 No 36, instelling staatscommissie, in het archief van de Maatschappij bevindt dit besluit zich in een schriftje van een van de leden van de commissie, baron Keverberg, bij de ingekomen poat van januari 1822, invnr 60,
– over de commissie ook Star juni 1822.
NB: Over de noodzaak om Ommerschans-binnen en Ommerschans-buiten administratief van elkaar te scheiden, gaat het ook in het financieel jaarverslag in de Star van september 1823 p 697, waarin sprake is van ‘afzonderlijke Groot- en onderdirekteursboeken, die op elkaar als controle werken’.
NB: De eerste onderdirecteur Ommerschans-buiten is Jan Bosscha (1795).
NB: Hoff wordt bij de koning aangevraagd op 15 februari 1822, invnr 353, wat wordt gehonoreerd dd 14 maart 1822, invnr 60.