Blijkbaar heeft de directeur gevraagd naar het gedrag van sommige Ommerschansbewoners, want op 23 november 1824 geeft adjunct-directeur Harloff daar antwoord op. Deze notitie bevindt zich als bijlage bij een brief van de directeur van 26 november 1824, Drents Archief, toegang 0186 invnr 71:
Beantwoording op de vragen vervat in eene missieve des Heeren Direkteurs der kolonien dd. 19 novemb. 1824 N325 omtrent de onderstaande kolonisten.
Het gedrag van Helena Leijen N333
Een meisje van 16 jaren, welke sinds haar hierzijn, genoegzame reeden heeft gegeeven, om over haar ijver en goede gedrag volkomen te vreeden te zijn.
Het gedrag van Maria van der Starre N1003
Aan haar is het toezigt en de verzorging van en aantal kleine kinderen toevertrouwd, in welke betrekking zoo wel als in haar zedelijk gedrag, zij alle lof verdient.
Floriaan Richter, of dezelve voor het verdienen van zijn onderhoud in de algemeene maatschappij en wel door het smits ambagt, in staat zich bevindt.
In de smederij deezer kolonie geplaatst toonde hij in den beginnen veel ambitie tot het leeren van dit ambagt, dit is langzamerhand vermindert, en wel zoodanig dat den onderdirekteur der fabriek zich genoodzaakt bevond, hem wederom naar de veldarbeid te zenden en een ander in zijne plaats aantestellen, kunnende hij van dit ambagt niet anders dan de blaasbalk trekken.
Ommerschans 23 november 1824
Harloff
Verder zijn bijgevoegd twee lijsten van zich in de Ommerschans bevindende oude en onbekwame bedelaars en kleine kinderen bij moeders zonder mannen.