november 1822, over geldleningen

Jeremias Faber van Riemsdijk is de penniningmeester van de Maatschappij van Weldadigheid. Op zaterdag 30 november 1822 schrijft hij aan Kol van het bankiershuis Vlaer en Kol in Utrecht, Drents Archief, toegang 0186 invnr 355. Daaruit enkele fragmenten en een stukje samenvatting:

 

Na eene veelvuldige en gedurende een aantal maanden voortgezette korrespondentie met den minister van Binnenlandsche Zaken, die, nadat reeds het geheele Etablissement aan de Ommerschans volbouwd en in gereedheid gebragt was, goedvond van de vroeger beraamde en door Z: Exc: toen goedgekeurde bepalingen te willen afwijken, is het de Perm Komm eindelijk, door intercessie van Z.K.H. Prins Frederik, en de krachtdadige tuschenkomst van Z.M., gelukt alle zwarigheden uit den weg te ruimen.

Het kontrakt, reeds maanden vroeger aan gem. Minister toegezonden, en den 7e Oct: ll herhaaldelijk aan Z. Exc. voorgedragen, is nu eindelijk, blijkens de missive, die ik de vrijheid neem hiernevens aan UwelEdG te doen toekomen, door den Minister geteekend, en aan de sanctie van de Koning onderworpen; terwijl de herhaalde verzekering, mij mondeling door Z K H Prins Frederik gegeven, mij geen twijfel overlaat, of het alzoo gesanctioneerde kontrakt zal binnen weinige dagen bij de P.K. inkomen.

Door dit kontrakt, hetwelk in de negociatie een kapitaal representeert van f 400,000:-, zal het nog ontbrekende verband voor de 2 laatste negociatien tot op ruim f 70,000:- verminderd worden, en dit ontbrekende zal door de kontrakten, welke wederom gesloten zijn, met den Haag, Groningen, Tholen &c en waarvan sommige reeds dagelijks bij ons geapprobeerd verwacht worden, spoedig gedekt kunnen zijn.

intusschen, heeft het Z.M. behaagd, door een uitgebreid besluit, alle de moeijelijkheden en onzekerheden waarin de handelingen en betrekkingen tusschen de Mij en het Gouvernement onderworpen waren, te doen ophouden; aan de Maats: eene zeer uitgebreiden werkkring te openen, en aan den Minister, zoo wel als aan de verdere autoriteiten, bepaalde voorschriften omtrent de aantegane kontrakten te geven.

Bij dit besluit van den 6e dezer maand, zijn in de daad, alle de successivelijk van wege de M van W aan Z M gedane voorstellen aangenomen, en de uitvoering daarvan verzekerd; gelijk de lecture van dat stuk aan UwelEdG zal doen zien.

 

Faber van Riemsdijk wijst op artikel 10 van het Koninklijk Besluit, zie hier, waarin een contract wordt genoemd met jaarlijkse bestedingspenningen van f 180,000:-. Bij een verhouding van 10 procent zou dat een te negocieren som van f 1,800,000:- opleveren. Hij vraagt Kols mening hoe het best gehandeld kan worden, zelf denkt hij aan een negociatie van 300,000:= op basis van artikel 10 van ZM’s besluit onder garantie van art 18, want dat is ongeveer het bedrag dat de Maatschappij voor snelle uitbreiding nodig heeft.

.