Op maandag 22 mei 1820 schrijft directeur der koloniën Benjamin van den Bosch aan de permanente commissie, invnr 55:
Frederiksoord den 22 mei 1820
Ik heb de eer de Permanente Kommissie te informeren dat ik gisteren van de Ommerschans ben geretourneerd en bevonden:
dat 12 woningen gereed waren om daarin de huisgezinnen behoorlijk te kunnen vestigen en dat met eenige andere daartoe een begin gemaakt was.
De muur die het plein zal omgeven was voor 2/3 gereed.
Er mankeerde om dien arbeid te voltooijen, plus minus nog 30,000 steenen, die niet minder dan ƒ 8. te bekomen zijn.
Ik heb eene oude poort bij den ingang van ’t fort, die ook volgens ’t gevoelen van den 2 assessor geheel nutteloos was, doen afbreken en het schoonmaken der steenen aanbesteed.
Waar door den arbeid aan genoemde muur kan voortgezet en spoedig geeindigt zijn.
Het onder Directeurshuis was mede bijna geheel gerepareerd, als mede een daar aanstaande woning, waar in verscheidene zeer goede kamers voor onder officieren en andere zoude gevonden worden.
Deze gebouwen, waar van de fundamenten geheel verzakt waren, scheenen vrij goed gerepareerd.
Ik geloof echter dat zeer bepaalde instructies voor de Heer Fenner dienstig zijn zullen. Dewijl het mij toescheen dat hij niet altijd gelukkig is in de keusen van zijn middelen, waar door hij zijne anders niet kwade bedoelingen, zoekt te bereiken, en gewoon is zijne gevoelens altijd voor de beste te houden.
Ik heb uit dien hoofden den arbeid slegts langzaam doen gaande houden, tot bij de komst van den 2 assessor alles zal nader zijn geregeld.
Ik heb het getal werklieden, op 2 timmerlieden, 6 metselaars en 4 voor den landbouw en lopende werk bepaald.
Onder laatsgenoemde zijn 2 jongens en den bouwmeester begrepen. Laatsgenoemde heeft mij zeer wel voldaan. Hij was met zijne manschappen bezig een mistbult van slootaarde, plaggen etc. te maken. Hij beklaagde zich, dikwijls tot geheel verkeerde arbeid geroepen te worden. Ik heb daarin mede eene bepaling gemaakt.
Volgens mij wordt alles wat nu gebouwd wordt weer afgebroken als in 1822 het bedelaarsgesticht wordt gebouwd.