Op 7 februari 1824, invnr 68, schrijft de directeur-generaal van de Rooms-Katholieke eredienst aan de permanente commissie:
(…) en wijders dat door de geestelijke overigheid, den 22 november jl. tot kapelaan in gemelde kolonie is benoemd en aangesteld, de Heer Arnoldus Boers, gewezen kapelaan te Zwolle.
Verder bericht de directeur-generaal de klachten van de Aartspriester van Salland en Drenthe dat de kerk in de Ommerschans nog niet is gebouwd. Ook vind deze dat het godsdienstonderwijs niet voldoende is op zondag en dat er door de week een belemmering gegeven wordt omdat het onderwijs gegeven moet worden in de tijd dat er ook iets verdiend kan worden.