februari 1822, concept-contract

Op woensdag 13 februari 1822 zendt Johannes van den Bosch aan ‘Zijne Koninkl. Hoogheid prins Frederik der Nerlanden’ ‘ener nadere koncept-voorwaarde, wegens het kontrakteren ter overneming van bedelaars in de ommerschans, en vondelingen en verlatene kinderen in de vrije kolonien, ter goedkeuring van Z.K.H.’. Dit zijn de eerste gedachten erover, uiteindelijk zal slechts een klein gedeelte hiervan doorgevoerd worden, invnr 353:

 

’s Gravenhage, den 13 febr 1822

Koninklijk Vorst en Heer!

Ik heb aan de Permanente Kommissie voorgesteld, de poincten nader te bepalen van het kontrakt wegens het overnemen van bedelaars, vondelingen en verlatene kinderen in de koloniën, in den geest namentlijk van den laatsten deswege door ons gedane voorslag en gebruik de vrijheid bij dezen keus … (onleesbaar gekrabbel) ons voorstel daaromtrent aan te brengen.

Ik heb gemeend, aan de wijze van kontrakteren bij onze vroegere memorie voorgedragen, eenige meerdere uitbreiding te moeten geven, teneinde alle zwarigheden uit den weg te ruimen, die de spoedige afdoening dezer zaak zouden kunnen vertragen.

Hiertoe is bijzonder betrekkelijk het tweede voorstel, om bedelaars tegen f 100,00 per hoofd over te nemen, als kan hier(?) twee vondelingen of verlatene kinderen daar bij gratis zullen worden overgenomen, ofwel tegen 66 2/3 voor één bedelaar en één kind gratis, gelijk mede, volgens het derde voorstel bedelaars tegen f 35- per hoofd kunnen worden uitbesteed, met toekenning aan de aanbesteders, van het regt, om dit kontrakt naderhand te veranderen, en tegen betaling van meerder geld, voor den bedelaar, daarbij dan zeker aantal kinderen gratis te voegen.

Tot de gronden, beijder in het Rapport der 3de Sektie ontwikkeld, zal aan uwe Koninkl. Hoogheid gebleken zijn, de noodzakelijkheid, dat van Gouvernementswege de kontrakten wegens de personen, in de kolonien overtenemen, gesloten worden.

Deze maatregel intusschen, zoo verre die tot vondelingen en verlatene kinderen, van Stadswege verzorgd wordende, uitgestrekt moet worden, kan welligt aanvankelijk aan eenige bedenking onderhevig zijn; dan, daar het beheer der bedelaars-werkhuizen, uitsluitende aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken is opgedragen, blijkens het Besluit van Zijne Majesteit van 12 Oktober 1819, voorkomende in het Staatsblad over 1819 No 50 kan te dezen aanzien geene zwarigheid bestaan, als zijnde het genoemde Ministerie ontegensprekelijk bevoegd, om onder approbatie van Zijne majesteit den Koning, kontrakten aantegaan wegens het plaatsen van bedelaars uit de bedelaars-werkhuizen in de Ommerschans.

Mijns inziens (… inktvlek) zou op deze wijze het Gouvernement het gewigtig voordeel verkregen worden, om vele bezwaren anders aan het beheer der vondelingen en verlatene kinderen verbonden, uit de weg te ruimen, daar hierdoor het effect verkregen zoude worden, zoo de 6 opcenten bij de jongste financiele wet tot onderhoud van vondelingen, verlatene kinderen toegestaan, in een of meer Provincien niet mogten toereiken, alsdan op een ander wijze in het onderhoud der kinderen zou kunnen worden voorzien.

Het zij mij vergund, dit mijn gevoelen door een voorbeeld te sterken. In het bedelaars-werkhuis te Hoorn worden onderhouden 750 personen; zoo daarvan 500 vanwege het Gouvernement in de Kolonien worden uitbesteed tegen f 100.- of f 66,2/3 per hoofd, zou het Gouvernement zich tevens het regt voorbehouden van 1000 kinderen in het eersten of van 500 kinderen in het tweede geval, gratis te plaatsen en deze kunnen genomen worden uit het vondelingen-huis te Amsterdam, als wanneer aan die Stad zelve zeker, in het eerste geval geheel niet zouden behoeven uitbetaald te worden de Subsidien van f 100.000.-, anders door de Provinciale Kas aan die Stad te betalen, en in het tweede geval, die subsidie althans zeer zou kunnen worden verminderd.

De Gemeenten, die thans f 150.- voor ieder bedelaar, in het bedelaars-werkhuis opgesloten, betalen, zouden dan nog aanmerkelijk ontlast worden, en dus hun toestand verbeterd zijn, daar plaatst men geene bedelaars uit de bedelaars-werkhuizen in de Kolonien, die lasten dezelfde blijven, er welligt door nieuwe belastingen zal moeten voorzien worden in het onderhoud der vondelingen en verlatene kinderen, in die Provincien namelijk, waar de 6 toegestane opcenten de uitgaven ter bestrijding van welke dezelve bestemd zijn, niet mogten dekken.

Indien intusschen het sluiten van Kontrakten wegens het overnemen van bedelaars aan de Staten der Provincien of aan de gemeente-besturen overgelaten wierd, zoude hieruit niet alleen vele vertraging geboren worden, maar zouden ook hierdoor tevens de belangrijke hulpmiddelen, zoo even opgegeven, voor het Gouvernement verloren gaan, daarbij v.b. alle Provincien, gelijk Groningen, Vriesland enzv, die geene vondelingen te verzorgen hebben, zich tot de minste prijzen van hunne bedelaars zouden trachten te ontdoen, en de overige Provincien voor hunne vondelingen laten zorgen.

Ook kan op deze wijze eenigermate het evenwigt hersteld worden in de Noordelijke Provincien, dat door den jongsten maatregel wegens het onderhoud der vondelingen verbroken is, door namelijk die Provincie, welke met het onderhoud der vondelingen belast blijft, eenigzins te begunstigen, in het plaatsen van bedelaars tot de minste prijzen, en tevens, door haar van eenige vondelingen te ontlasten, door anderen als meerder voor hunne bedelaars te laten betalen, iets dat mij meer billijk schijnt, daar Amsterdam nu vele vondelingen belasten, die in andere Provincien te huis behooren.

Ook lijdt, bij de voorgestelde wijze van kontrakteren, de Maatschappij van Weldadigheid geen nadeel, dewijl het voor hare belangen gelijk staat, of voor de kinderen worde betaald, en de bedelaars gratis worden gevestigd, dan wel, of voor de laatsten, en niet voor de eersten worde betaald, zoo de bedongene som in beide gevallen slechts gelijk staat, en dit is hier nagenoeg het geval.

Naar mijn inzien, zoude men dan aan het Gouvernement kunnen voorstellen om te kontrakteren voor 1000 of 1500 personen uit de bedelaars-werkhuizen, en die te plaatsen tegen f 35.- per hoofd, met voorbehouding van het regt, om daarvan naderhand, hetzij voor het geheel, of, voor een gedeeltelijk getal, nadere kontrakten aantegaan, en daarbij tegen eene hoogere betaling voor de bedelaars, vondelingen en verlatene kinderen gratis te voegen, ofwel, de bedelaars gratis te plaatsen naarmate er vondelingen en verlatene kinderen a f 45.- per hoofd zouden geplaatst worden.

Het schijnt mij toe, in dezen van des meer belang te zijn, alle zwarigheden spoedig uit den weg te ruimen, omdat de gronden, tot het onderhoud der bedelaars noodzakelijk, nog moeten gereed gemaakt worden, om dezen in het voorjaar te kunnen bezaaijen.

Er behoort, als het kan, geen tijd verloren te worden; zonder bebouwde velden immers zou het niet mogelijk zijn, de bedelaars tot dien prijs te onderhouden, voor welk de Maatschappij de onderneming aanbiedt.

Terwijl indien de overneming, tot het volgende jaar worde uitgesteld blijven, een nadeel geleden zoude worden, gelijkstaande aan hetgeen de bedelaars in de bedelaars-werkhuizen voor een geheel jaar meer kosten, dan in de Etablissementen, en dus voor 1500 hoofden van circa 1,5000 guldens.

De verlangde garantie voor iedere 100 a 110 personen in het Koncept-Kontrakt voorkomende, heeft hoofdzakelijk ten doel om, zoo Uwe Koninklijke Hoogheid, eenige dier bedelaars, ofwel de daarbij te plaatsen kinderen en huisgezinnen, in de Zuidelijke Provincien mogte gelieve te doen vestigen, de negociatie door iedere afdeling gemakkelijk gemaakt kan worden, terwijl men hierdoor tevens het middel bekomt, om desnoods bij meer dan één huis te negocieren, dewijl ieder, die zich met eene negociatie belast, houder wordt van het Kontrakt, dat de rente verzekert.

Ik eindige dezen, met de betuiging mijner opregtste achtbiedenis(??) jegens Z. K. H. onderschrijvend,

Koninklijke Vorst en Heer!
van Uwe Koninkl. Hoogheid,
de zeer gehoorz. Dienaar
(get) J. van den Bosch

 

Bijgevoegd is:
Concept-contract overname bedelaars en vondelingen door de permanente commissie dd 13 februari 1822

Voorwaarden, waarop de Permanente Kommissie van Weldadigheid bereid is, ter overneming van bedelaars in de Ommerschans en van vondelingen en verlatene kinderen in de vrije kolonien enzv, te kontrakteren.

Artikel 1.
De Permanente Kommissie biedt, op eene der 3 volgende voorwaarden, de gelegenheid aan, om Bedelaars te plaatsen bij Kontrakt, in de daartoe door haar in de Ommerschans reeds bestemde, en bij vervolg nader tot dat einde aan te leggen Etablissementen, benevens vondelingen en verlatene kinderen in de vrije kolonien.

Artikel 2.
1. Voor ieder over te nemen bedelaar zullen f 100:- jaarlijks betaald moeten worden, als wanneer bij denzelven zullen kunnen gevoegd worden 2 vondelingen of verlatene kinderen gratis, om in de vrije kolonien te worden gevestigd.
2. Voor ieder bedelaar betalend f 66 2/3 zal daarbij gevoegd kunnen worden één vondeling gratis.
3. In de vrije kolonien zullen 8 vondelingen of verlatene kinderen gevestigd kunnen worden tegen betaling van f 45:- per hoofd, als wanneer tevens in het Bedelaars-Instituut zullen opgenomen worden, 3 Bedelaars gratis;
4. Een nader te bepalen getal van Bedelaars en vondelingen of verlatene kinderen, zal in de Ommerschans en in de vrije kolonien gevestigd kunnen worden tegen betaling van f 35:- voor ieder hoofd.

Artikel 3.
De Kontrakten, gesloten voor de Bedelaars tegen f 35:- per hoofd, zullen naderhand kunnen worden verhoogd tot f 100:-, zoo de uitbesteeders verkiezen mogten, later ook 2 kinderen gratis voor ieder derzelver te plaatsen. – Ook zullen de kontrakten, tegen f 35:- per hoofd, voor ieder bedelaar aangegaan, voor elk 3-tal bedelaars als vervallen beschouwd worden, indien later daarvoor 8 kinderen tegen f 45:- geplaatst worden, wanneer de uitbesteeders dit mogten verkiezen.

Artikel 4.
De vondelingen en verlatene kinderen zullen geplaatst worden in huisgezinnen, bestaande uit 8 kinderen, en een huisverzorger en verzorgster, zijnde man en vrouw, met twee, of hoogstens drie kinderen; de keuze der huisverzorgers zal verblijven aan de Permanente Kommissie, doch geschieden, zoo veel mogelijk, uit die Provincie, waaruit de bedelaars genomen zijn.

Artikel 5.
Personen, door gebreken buiten staat om te werken, en kinderen beneden de zes jaren zonder ouders, kunnen niet worden geplaatst. Kinderen echter beneden de zes, en boven de twee jaren, kunnen afzonderlijk besteed worden tegen f 40:- jaarlijks, tot dat zij den ouderdom van zes jaren bereikt hebben, als wanneer dezelve vallen in de 2e bepaling.

Artikel 6.
De Kontrakten kunnen voor niet minder dan 16 jaren gesloten worden, behoudende echter de Bedelaars de vrijheid, om, na verloop van ieder jaar, de Bedelaars, of een gedeelte derzelven, door anderen te doen vervangen; de kinderen verlaten de kolonie bij hunne meerderjarigheid. Zoodat de Besteeders zich wel verbinden, gedurende 16 jaren hetzelfde getal, maar niet dezelfde individus te besteden.

Artikel 7.
Ook bij overlijden kan het getal door de Besteeders aangevuld worden.

Artikel 8.
De Bedelaars en kinderen moeten door de Besteeders, te hunnen koste, getransporteerd worden tot in het door de Maatschappij van Weldadigheid aan te wijzen Etablissement.

Artikel 9.
De Permanente Kommissie verbindt zich, om gedurende den tijd, dat de bedelaars en kinderen in het Etablissement zullen zijn, voor dezelven, buiten kosten van de besteeders, te zullen zorgen.

Artikel 10.
De Bedelaars en kinderen, zullen tot een werkzaam leven worden opgeleid, en, gedurende hun verblijf in het Etablissement tot arbeiden worden verpligt; zullende de Permanente Kommissie alle pogingen aanwenden, om, hen, zoo veel mogelijk, door Godsdienstig- en schoolonderwijs te beschaven en te verzedelijken.

Artikel 11.
Na verloop van 16 jaren, waarvoor gekontrakteerd wordt, behouden de Besteeders het regt, om voortdurend een gelijk getal kinderen en bedelaars in het Etablissement der Maatschappij te plaatsen, zonder daarvoor eenige verdere betaling te doen, dan alleen van f 12:00:- bij elke verwisseling, tot goedmaking van de buitengewone kosten van kleeding.

Artikel 12.
De Kontrakten moeten door Zijne Majesteit bekrachtigd worden, teneinde de Permanente Kommissie daarop met genoegzame zekerheid zoude kunnen negocieren.

Artikel 13.
De Kontrakten worden aangegaan voor een bepaald getal bestedelingen, niet voor een of meer bepaalde personen.

Artikel 14.
De overneming van 1,000 Bedelaars kan in de loop van dit jaar, en nog 500 later in het najaar geschieden; de overige personen, voor welke gekontrakteerd mogt worden, kunnen in den loop van het volgende jaar worden overgenomen, zoodra mogelijk na de vervulling der formaliteiten, bij artikel 11 vermeld; telkens worden de époques, voor welke de kontrakten, om de plaatsing op zeker tijdstip te erlangen, zullen gesloten zijn, door de Permanente Kommissie bepaald.

Artikel 15.
Zoodra de formaliteiten, bij artikel 11 vermeld, vervuld zijn, zenden de Kontraktanten eene nominatieve opgave, bevattende naam, voornaam, ouderdom, beroep, en godsdienstige gezindheid van de personen, aan de Permanente Kommissie in.

Artikel 16.
De verzending naar de Kolonien kan niet geschieden, alvorens de Permanente Kommissie het tijdstip, waarop de Bedelaars in het Etablissement kunnen worden aangenomen, zal hebben bepaald.

Artikel 17.
Indien de Permanente Kommissie ontdekt, dat een of meer Bedelaars door gebreken buiten staat zijn om te werken, of in het jaar voor hunne overneming tot de bevolking van eenig Godshuis behoord hebben, zal het haar vrij staan dezulken terug te zenden.

Artikel 18.
Teneinde de negociatien te faciliteren, zal er voor iedere 100 a 110 personen, wel minder, maar niet meer, een bijzonder kontrakt geteekend, en hetzelve met de approbatie van Zijne Majesteit voorzien worden.

 

Een soortgelijke brief gaat 24 februari 1822 uit naar de huisbankers van de Maatschappij, zie hier, en naar aanleiding van hun bericht stuurt de permanente commissie op 4 maart 1822, invnr 353, een : ‘Missive aan den Prins, wegens eene negociatie van 300/m en andere maatregelen, ter overneming van 1000 a 1500 bedelaars in de Ommerschans’, waarin sprake is van het opnemen van 1000 à 1500 bedelaars.