Er moet een stuk zijn van Johannes van den Bosch zijn waarin hij zijn eerste plannen voor de opvang van bedelaars ontvouwt, maar dat heb ik niet gezien.
Op zondag 14 maart 1819, invnr 50, reageert de afdeling financiën op de plannen voor een negotiatie en op het opnemen van bedelaars in de Ommerschans. In het algemeen keurt men het plan goed, maar men maakt enkele aanmerkingen en stelt enkele aanvullingen voor. Uit een bijschrift blijkt dat deze uiteindelijk na een gesprek met Johannes van den Bosch teruggetrokken worden.
N.B. de voorgestelde veranderingen zijn opgesteld in het handschrift van Ameshoff. Het bijschrift omtrent de terugtrekking daarvan in het handschrift van Nieuwenhuys.
Op dinsdag 23 maart 1819 schrijft de permanente commissie een lange brief aan koning Willem I, waarin zij verslag doet van haar activiteiten en een aantal gunsten vraagt. Onder die laatste is het verzoek om het vruchtgebruik van de Ommerschans:
Aan den Koning
Sire!
De gelukkige uitslag, waarmede de Maatschappij van Weldadigheid hare eerste onderneming bekroond ziet, en waaromtrent Uwe Majesteit het verslag in het eerste nommer van het maandschrift de Star geplaatst, wel heeft gelieven aan te nemen, verstrekt aan de Permanente Kommissie tot een spoorslag, om aan hare onderneming die uitgebreidheid te geven, welke even zeer door den drang der omstandigheden, als der behoeftigen zelve, gevorderd wordt.
De algemeene bijval, welke onze onderneming bij de natie gevonden heeft, het zoo belangrijk getal van ongeveer 20,000 leden, en de milde bijdragen van velen, stellen haar in staat, om het zoo gewigtig doel, met welks nastreeving zij zich belast vindt, te bereiken, zonder opofferingen van zijde van het gouvernement te vragen.
Dan, schoon het weldadig karakter onzer natie, zoo schitterende in den loop onzer onderneming uitgeblonken, een toereikenden waarborg oplevert, dat wij geene geldelijke ondersteuning behoeven, mogen wij het ons echter niet ontveinzen dat alleen onder de beschermende en aanmoedigende hand van Uwe Majesteit, onze onderneming tot die volle rijpheid geraken kan, die, worden onze wenschen vervuld, de natie van een harer drukkendste rampen, en duizende ongelukkige diep vervallen landgenooten, van het bitter lot, waaronder zij zuchten, ontheffen zal.
De goedkeuring met welk Uwe Majesteit onze onderneming wel heeft gelieven te begunstigen, heeft de natie dat onmisbaar vertrouwen, die overtuiging ten aanzien van de goede oogmerken en keuze der middelen ingeboezemd, welke eene wijze natie bij het uitdeelen harer weldaden billijk vordert; en het is alleen die voortdurende goedkeuring, bescherming en aanmoediging van Uwe Majesteit, die de verdere uitbreiding onzer onderneming kan doen gelukken, en die wij bewust van de belangeloosheid onzer pogingen met zoo veel eerbied als vertrouwen vrijmoediglijk verzoeken.
Reeds, Sire, zijn 333 menschen aan de behoefte onttrokken, en ten aanzien van hunnen zedelijken toestand in nuttige burgers van den staat herschapen, die hunne godsdienstige en maatschappelijke pligten met ijver en welwillendheid vervullen, en eerlang in hunnen eigen arbeid toereikende en ruime middelen van bestaan zullen vinden.
125 morgens heidegrond zijn in vruchtbare akkers herschapen, en zullen nog in den loop van dit jaar hun het noodig onderhoud verschaffen.
Reeds worden de maatregelen beraamd om, indien onze verdere voorstellen met de goedkeuring van Uwe Majesteit vereerd mogen worden, dadelijk opnieuw 1000 of 1200 andere morgens heidegrond te ontginnen, en het getal der kolonisten met 2 of 3 duizend te vermeerderen.
Dan niet alleen vorderen de bedeelde behoeftigen in den staat de ondersteuning der Maatschappij, ook het talrijk geslacht van inheemsche bedelaars, deze drukkende plaag, inzonderheid voor eenige fabrieksteden in het platte land, treffen diep het medelijdend hart, en hun ongelukkige toestand smeekt luide om hulp.
Wij mogens het ons echter geenszins ontveinzen dat de mensch moeijelijker te helpen is, naar mate hij dieper is gevallen, en in zedelijkheid ontaard.
Reeds heeft de ondervinding ons doen zien, dat wij het voor meer dan waarschijnlijk te houden hebben dat dezelfde middelen, welke met den besten uitslag aangewend worden, om de gewone behoeftigen aan hunne pligt en hunne bestemming te doen beantwoorden bij deze klasse van menschen als ontoereikende moet worden aangemerkt.
Het is er intusschen verre af, dat wij ons gezag, van aan bijzondere personen reeds is toegekend, of volgens de wetten van den staat toegekend kan worden, waar dit ter bereiking van eenig doel gevorderd wordt.
Gaarn erkennen wij, dat het vermogen van bijzondere personen in dit geval ongeschikt en ontoereikende beschouwd moet worden; het gouvernement alleen kan hier die gestrengheid uitoefenen, die misdaden straft, wanneer aanmoediging, hulp en opwekking vruchtelooze middelen blijken te zijn, om menschen aan wetten en pligt te doen gehoorzamen.
Het is dan ook uit dien hoofde, dat de Kommissie van Weldadigheid, alvorens een volledig ontwerp wegens een kolonie voor bedelaars bestemd, aan Uwe Majesteit voor te dragen, door eene proefneming met een zestigtal bedelaars, te nemen uit de zoodanige, die zich daar toe vrijwillig zullen aanbieden, wenschte te onderzoeken, in hoe verre de middelen, waar over zij zoude kunnen beschikken, toereikende zijn om lieden van deze klasse tot den landbouw en fabriekmatigen arbeid, zoo als in de reeds bestaande kolonie Frederiksoord, op te leiden, en waartoe naar ons inzien, onder de goedkeuring van Uwe Majesteit, het alleen noodig zal zijn, dat de Direktie over zoodanig een instituut met hetzelfde gezag bekleed worde, ’t welk van regenten van het werkhuis te Amsterdam, en van andere godshuizen is toegekend.
In het nevensgaand besluit van de Kommissie van Weldadigheid, dat wij de vrijheid nemen hierbij tevens aan de goedkeuring van Uwe Majesteit te onderwerpen, is het hoofdmiddel ontvouwd, door haar geschikt geacht, om de vereischte gelden te bekomen, gevorderd ter bereiking der beide bedoelingen, de uitbreiding der kolonisatie, en het nemen eener proeve met de bedelaars.
De negociatie echter, daar bij voorgesteld, achten wij alleen dan mogelijk, wanneer de stedelijke besturen de rente en aflossing garanderen.
Zonder eene zoodanige garantie toch zoude de geldschieters voor hunne kapitalen niet de zekerheid erlangen, welke zij met billijkheid kunnen vorderen.
Mogt dit besluit de openbare goedkeuring van Uwe Majesteit wegdragen, dan, Sire! zal de natie, door deze goedkeuring tot vertrouwen aangespoord, gaarne deelnemen in eene beleening, zoo voordelig als zeker, en tot zulke edele doeleinden bestemd; en dan ook zullen nog in den loop van dit jaar de gemeente- en armenbesturen van een groot getal behoeftigen ontslagen, en de stedelijke uitgaven met vele duizenden, die zij anders aan subsidiën ten behoeve der in de kolonie overtebrengen behoeftigen gewoon zijn te betalen, verminderd worden; en gelukt het ons ook in de Zuidelijke Provinciën, tot welke eerlang onze pogingen zich zullen uitstrekken, dienzelfden bijval te vinden als in de Noordelijke, dan zullen de voordeelen dezer onderneming spoedig verdubbelen, en zal welligt het volstrekt gebrek in weinige jaren uit ons in zoo vele opzigten nog gezegend Vaderland verdreven zijn.
Het zij ons dan ook vergund, verder aan Uwe Majesteit eerbiedig te mogen voordragen de middelen, die wij als noodzakelijk beschouwen zouden, om bijtedragen ter bereiking van dit zoo gewigtig doel, en waar toe in de eerste plaats behoort:
vrijstelling gedurende ten minste dertig jaren, van alle belastingen op gebouwd en ongebouwd eigendom, van dit grond en woningen, welke door de Maatschappij ten behoeve van den armen uit woeste en geene belasting betalende gronden zullen worden aangelegd en vruchtbaar gemaakt, benevens de gebouwen daartoe, en tot woningen voor de kolonisten noodzakelijk. Het kan gewis aan het doorzigt Uwer Majesteit niet ontsnappen, dat hierin geen verlies voor den staat gelegen is, dewijl deze gronden toch anders hoogstwaarschijnlijk niet bebouwd zouden worden, en dat de reeds zoo moeijelijke taak van duizend behoeftigen in staat te stellen om hun eigen brood te verdienen, aanmerkelijk moet verzwaard worden, indien zij ook bovendien in staat moeten worden gesteld om aan den staat eene belasting op te brengen, waar toe het middel alleen in hunnen verzwaarden arbeid zoude te vinden zijn.
In de tweede plaats het verleenen van het vruchtgebruik der verlaten Ommerschans en daar bij behorende gebouwen, tot een bedelaars instituut, en dat wel onder zoodanige bepalingen, als Uwe Majesteit met de overige belangen van het Rijk het meest strookbaar en gepast zoude mogen achten.
Ten derde, dat het ons veroorloofd zij, onder nadere approbatie van Uwe Majesteit, zodanige kontrakten te sluiten met de gemeente-besturen, wegens het verleenen van garantie voor de intressen en aflossingen van die kapitalen, welke ten behoeve dier gemeenten met hunne toestemming en onder de goedkeuring van Uwe Majesteit, zullen worden genegocieerd, en welke renten en aflossing te zamen in geen geval zullen te boven gaan het 3/4 gedeelte der gezamenlijke kontributiën, door de leden van de Maatschappij van Weldadigheid in die gemeenten thans gefourneerd.
En eindelijk, ten vierde, dat alle gekonstitueerde autoriteiten van wege Uwe Majesteit mogen worden aangemoedigd, om aan deze nieuwe pogingen der Maatschappij van Weldadigheid bevorderlijk te zijn.
Het is alleen, Sire! de bewustheid van het edel doel, waarna wij streven; het gelukkig vooruitzigt van onze pogingen wel te zien slagen; de roem, die daar in voor de regering van Uwe Majesteit gelegen is, het dringend belang onzer medeburgeren, en de smekende stem der menigvuldige behoeftigen, welke ons de vrijmoedigheid hebben ingeboezemd, om deze, voor het welgelukken der onderneming zoo gewigtige bepalingen van Uwe Koninklijke Majesteit eerbiedig en tevens met vertrouwen te imploreren.
Wij hebben de eer met de diepste veneratie te zijn,
Sire!
van Uwe Koninklijke Majesteit de zeer gehoorz. en getrouwe onderdanen
de Permanente Kommissie, voornd.
(was get) P. van Hemert
De koning reageert hierop eerst met een besluit op 28 juli 1819 en daarna met een besluit op 14 augustus 1819. Die besluiten staan op deze pagina.