Genoemd in De bedelaarskolonie op blz 138, 194, 208, 210, 211, 236, 241, 259, 269, 270, 272, 287, 298
Genealogische gegevens staan op http://www.van-spijk.net/vspijk/afstharloff.htm
UIT HET ARCHIEF VAN DE MAATSCHAPPIJ:
7 juni 1820, uit een brief van Johannes v.d. Bosch vanuit Steenwijk (waar hij logeert als hij Willemsoord opricht) aan W.A. Ockerse, ambtelijk secretaris van de Maatschappij, invnr 55: J.J. Harlot militair en een ferm man. Zend hem mij dan zo spoedig mogelijk. Potige duchtige kaerels heb ik nodig. Hier zal wat te plukken vallen. Halfblanke heertjes kan ik niet gebruiken.
11 juni 1820, uit een brief van Johannes v.d. Bosch vanuit Steenwijk aan W.A. Ockerse, invnr 55: Harlot en Koppen zijn aangekomen. Zij doen zich beiden goed voor. Het overige blijkt op de proef.
18 juni 1820, uit een brief van Johannes v.d. Bosch vanuit Steenwijk aan W.A. Ockerse, invnr 55: Alles gaat redelijk, behalve Harlon die morgen een uitbrander hebben moet. Van de tien wijzen is een onderofficier die goed schrijven kan negen maal geen duit waard om dat die zeldzame kunst onder die klasse van menschen doorgaans de redenen zijner bevordering geweest is, en daarom houdt hij doorgaans meer op het bureau dan in de cazerne gebeurt. Ik hoop dat dit zijn geval niet zijn zal. Hij was de eenige die zaterdag zijn papieren niet in orde had, gister op het rapport mankeerde en heden avond zonder permissie naar Steenwijk was gaan wandelen, daar zijn volk voor de reecie(?) niet in order had. Op het veld anders is hij vrij actif.
2 september 1821 Vledder, geboorteakte, aktenr. 24: Kind: Elize Jaqueline Harloff, geboren te Frederiksoord (Vledder) op 30-08-1821, dochter van Jacob Vertraugoth Harloff, beroep: wachtmeester 1e klas; oud: 25 jaren, en Cornelia Jacoba de Hetri, oud: 24 jaren.
Star september 1821: De wijkmeester harlof, die zich zeer wel van zijnen pligt gekweten heeft, is tot wijkmeester van de 1ste klasse aangesteld.
11 juli 1822 (bron is even niet terug te vinden): bevorderd tot wijkmeester in Boschoord
27 november 1822, uit een besluit van de Permanente Commissie, invnr 960: overwegende dat de wijkmeester J. Harloff, zich voortdurend door braafheid en ijverige behartiging van het welzijn der kolonisten en de belangen der Maats. onderscheidt; overwegende dat het haar verlangen is aan dien wijkmeester in het bijzonder door bevordering een bewijs van hare tevredenheid te geven, en tevens aan alle geëmploijeerden bij de M. te doen zien dat de Perm. Komm. genegen is de getrouwe waarneming der hun opgelegde pligten te belonen – heeft besloten: 1. Den wijkmeester Harloff wordt bij deze aangesteld tot onder Direkteur in de Ommerschans en zal die funktie dadelijk aanvaarden.
Daarna komt hij te vaak terug in brieven van eigen hand of over hem om allemaal op te sommen, vooral als hij januari 1824 van onderdirecteur wordt bevorderd tot adjunctdirecteur en dus hoogste gezagsdrager van de Ommerschans.
Tot:
25 februari 1829, uit een besluit van de Permanente Commissie, invnr 961, mapje 1829: De Permanente Kommissie van Weldadigheid, overwegende het te kennen gegeven verlangen van den Adjunkt Direkteur J. Harloff, om tegen den 1e April 1830 uit de dienst der Maatschappij te worden ontslagen.
(…)
Art. 1
De Heer J. Harloff, Adjunkt-Direkteur van de 2e klasse en Chef van het Bedelaars-Gesticht aan de Ommerschans, wordt met den 1e April aanstaande uit de dienst der Maatschappij ontslagen, onder gehoudenheid van zich, ter zake zijner geldelijke administratie, behoorlijk te verantwoorden.
11 juni 2013, Wil Schackmann