Wopke Germers Zweetstra wordt 21 mei 1823 de Ommerschans binnengebracht door de gemeente Dwingeloo. Hij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 798.
Volgens die inschrijving is Wopke Germers Zweetstra geboren 21 mei 17?3 (het derde cijfer is onleesbaar omdat een frivole ‘F’ van Franeker doorheen staat, want dat, Franeker, is zijn gboorteplaats, als zoon van Gerben en Sitske Klaas, en hij hij Franeker ook als laatste woonplaats gehad.
Wopke Germers Zweetstra is vijf voet, vier palm en twee streep lang, heeft een rond en vol aangezicht, blauwe ogen en bruin haar, een kleine neus, een grote mond en geen bijzondere kenmerken.

Wopke Germers Zweetstra word 22 september 1825 ontslagen.

Er moet tussentijds een volgende opname zitten, want als hij 12 januari 1830 de Ommerschans weer binnenkomt, staat er bijgeschreven dat het voor de derde maal is, maar die tussentijdse opname heb ik niet gevonden.
Ik ga er tenminste van uit dat het dezelfde is, al wordt hij deze keer als Wopke Zweetstra ingeschreven, zonder het ‘Germers’.

Deze keer, dus 12 januari 1830, wordt hij binnengebracht vanuit De Wijk. Dat duidt erop – zie de redenatie in De bedelaarskolonie blz 132, 201 en 228 – dat hij vrijwillig vanuit zijn woonplaats naar de schans getrokken is en zich vrijwillig heeft aangemeld voor een verblijf daar.
Hij krijgt in het boek gemerkt F (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 425) het bedelaarsnummer 1881.
Volgens die inschrijving is Wopke Zweetstra geboren 21 mei 1773 te Franeker en is zijn geloofsovertuiging ‘roomsch’.
In het signalement staat dat hij ‘op beide armen geprikt’ is.

Zijn inschrijving loopt door in het boek gemerkt G, maar dat heb ik niet bekeken.