Cornelis Jans Zwart wordt met naam genoemd in De bedelaarskolonie op blz 220-221.
Cornelis Jans Zwart wordt 7 februari 1824 de Ommerschans binnengebracht ´door t gemeentebestuur van Dalen (Drenthe)´. Hij krijgt op folio 326 van het boek gemerkt A (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 125.
Volgens die inschrijving is hij geboren 1804, vijf voet, drie duim en drie streep lang, heeft hij een lang aangezicht en een rond voorhoofd, blauwe ogen, een lange neus, een ‘middelmatige’ mond, ronde kin, bruin haar en geen bijzondere kenmerken.
Al moet het bij binnenkomst opgevallen zijn dat hij geen beste conditie heeft, want hij overlijdt al 14 maart 1824.