Engelina Valkenier, bedelaar

Engelina Valkenier wordt 2 augustus 1823 de Ommerschans binnengebracht vanuit het gesticht te Hoorn. Zij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 979.

Ze behoort tot de groep vrouwen wier aankomst genoemd wordt in De bedelaarskolonie blz 188/189, waarbij Engelina Valkenier met naam genoemd wordt.

Volgens die inschrijving is zij geboren 1 maart 1779 te Vlaardingen, als dochter van Jan en Geertje Cornelisse Beuk en heeft zij het laatst gewoond in ’s Gravenhage. Engelina Valkenier heeft een ovaal aangezicht en een rond voorhoofd, blauwe ogen, een grote neus, een kleine mond, ronde kin, zwart haar en als bijzonder kenmerk ‘zeven(?) wonden en slegts 3 teenen’.

Haar inschrijving loopt door in het boek gemerkt F, maar dat heb ik niet ingezien.