Cornelis Vosperli, bedelaar-veldwachter

Cornelis Vosperli wordt 10 januari 1825 de Ommerschans binnengebracht door het gemeentebestuur van Zuidwolde. Dat ligt vlakbij de schans dus dit is vermoedelijk een vrijwillige aanmelding, zie De bedelaarskolonie blz 132, 201 en 228 over aanmeldingen uit de directe omgeving.

Hij krijgt op folio 436 van het stamboek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 422) het bedelaarsnummer 1020. Volgens die inschrijving zou Cornelis Vosperli geboren zijn 01-01-1776 te ´IJsseldijke, prov Zeeland´ als zoon van Janus Vosperli en Petronella van Peen.
Cornelis Vosperli is vijf voet en acht duim lang, heeft een ´schraal´ aangezicht, hoog voorhoofd, bruine ogen, spitse neus, kleine mond, lange kin, grijsachtig haar en als bijzonder kenmerk ´op de linker arm geprikt een dubbelde adelaar(?)´.

NB: Cornelis Vosperli staat ingeschreven als Vosperlien, maar in alle correspondentie heet hij Vosperli dus dat houd ik aan.

Wanneer hij wordt aangesteld als bedelaar-veldwachter weet ik niet, vermoedelijk al vrij snel na aankomst.
Cornelis Vosperli wordt 23 mei 1825 (als de eerste bedelaars overgaan van de Ommerschans naar Veenhuizen) overgeplaatst naar Veenhuizen en daar is hij in ieder geval bedelaar-veldwachter (zie verderop).

Op 24 februari 1826 meldt het brievenboek, Drents Archief, toegang 0186, invnr 348: ‘directeur adviseert tegen het toestemmen in het huwelijk des bed kol Vosperli.’ Die brief bevindt zich in invnr 77 en luidt:

Met terugzending van het rekwest van de veldwagter C. Vosperli en missive des Heren Adm voor het armwezen houdende verzoek om consideratie aangaande de in gen. rekwest gevraagde toestemming tot het aangaan van een wettig huwelijk met zekere Elisabeth Asmans, heb ik de eer te berigten; dat gemelde Elisabeth Asmans in geene der Etabl. van de Maatschappij is opgenomen, maar nog te Groningen woond; en dat hoewel het door den rekwestrant aangehaalde den waarheid overeenkomstig zij, naar mijn inziens deszelfs verzoek niet kan worden toegestaan; wijl door het aangaan van het verlangde huwelijk het getal hoofden in de kolonie zoude vermeerderen, zonder dat daar voor eenig kontrakt bestaat.

Waarop op 1 maart 1826, de Permanente Commissie aan de administrateur van het armenwezen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken schrijft (Drents Archief, toegang 0186, invnr 358):

Wij hebben de eer UwEdG hiernevens terugtezenden het rekwest van den bedelaars-kolonist C. Vosperli, bij UwHEdG missive van den 2e february jl N32 in onze handen gesteld om daaromtrent UwGEdG van konsideratiën te dienen.
Het is waar dat Vosperli in het etablissement als veldwachter wordt gebruikt, en dat dit het bewijs is van zich als kolonist wel te hebben gedragen.
Elisabeth Armans, met wie hij verlangt in het huwelijk te treden, is geen koloniste, maar een persoon, met welke hij in de nabuurschap der koloniale etablissementen schijnt te hebben kennis gemaakt.
Behalve dat naar ons inzien, geene huwelijken kunnen worden toegestaan aan kolonisten van de bedelaars-etablissementen, meenen wij, dat dit nog minder kan worden toegelaten van zoodanige kolonisten met vreemde niet tot de kolonien behoorende personen, omdat hierdoor het onderhoud van vreemde personen zonder noodzakelijkheid vrijwillig zoude worden op zich genomen.
Wij zouden daarom van oordeel zijn, dat in het verzoek van Vosperli niet behoorde getreden te worden.
Evenwel, om het oogmerk en verlangen van Vosperli niet geheel tegen te werken, zou hem kunnen worden aangeraden zich het ontslag, bij gelegenheid des eerst volgende voordragt waardig te maken, als waarna hij, als kolonist ontslagen zijnde, zich in de echt zou kunnen begeven, en tevens bij de Direktie der Maatschappij pogingen doen om nogtans in zijne funktie van veldwachter, dan niet meer als kolonist, maar als vrijwillig persoon te worden gekontinueerd; waartoe die Direktie, de persoon geschikt en de gelegenheid voorhanden zijnde, niet ongenegen zoude zijn.

Hoe dit precies afloopt weet ik niet. Tegelijk speelt exact dezelfde kwestie rond bedelaar-veldwachter Paulus van Dompselaar die ook wil trouwen. Ik heb alleen nog een notitie uit het brievenboek invnr 348:

16 maart 1826, directeur meldt dat Vosperly en van Dompselaar ontslagen en daarna gehuwd zijnde geen veldwachters zouden kunnen blijven,

3 augustus 2013, Wil Schackmann