Jan Frederik Siewers, bedelaar

De naam komt ook voor als Siekers, Sieuwers, Ziewers en Sterrers.

Jan Frederik Siewers maakt deel uit van het eerste transport Sepp dat vanuit Amsterdam, na een tocht met karren over de Veluwe, beschreven in De bedelaarskolonie p 139-142, Amstelodamum 1965 p 106 ev en de Star van april 1823 p 295 ev, zaterdag 15 februari 1823 op de Ommerschans aankomt. Er is een lijst van alle deelnemers aan dat transport.

Jan Frederik Siewers krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 450. Er wordt geen signalement van hem opgemaakt.

Hij is een van de invaliden, genoemd in De bedelaarskolonie blz 142. Die vermelding is gebasserd op een brief dd 19 februari 1823 van directeur Visser aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 64). De volledige tekst van het betreffende gedeelte van die brief:

Nog ontvangt de Permanente Kommissie hier door berigt dat op den 15 dezer te O.S. zijn aangekomen 60 bedelaars van Amsterdam; nog geene nominatieve staat daar van ont­vangen hebbende, zal ik de eer hebben, die bij eene volgende intesluiten. Intusschen laat ik hier het berigt van de Heer Adj. Direkt. von Hoff dienaangaande volgen, en neem de vrijheid de Perm. Kommissie te verzoeken mij te willen elucideren, hoedanig met de daarbij vermeldde 5 personen te handelen; mijne opinie bestonde om die invalides bij open water of vroeger terug te zenden; daarbij voegende als mede betreffende betaling der rijskosten.
“Zestig bedelaars – zo schrijft von Hoff – zijn gister onder geleide van een kommissaris van policie van Amsterdam hier aangekomen; de overmati­ge aanbeveeling van eenige hun­ner en de zorgvuldige rangschikking, ten einde de invalides te verbergen, wekken mijn wantrouwen, en het bleek bij onderzoek door­de chirurgijn gegrond te zijn, namentlijk
1o Joh. Fr. Siekers, met een door fister­leuze gebreken volstrekt stijf aan armen en handen.
2o Kellerman, tonende veel hoger dan de opgegeven jaren, en zijnde door jichtknob­bels buiten staat om zonder geleide te gaan, met vrouw en kind.
3o Lammert Mooij, met eene uitgestrekte spina donti.
4o Harm Zegers, met een verzwakte regter hand,
5o Manche, zwaar astmatiek.
kunnen als buiten staat worden aangemerkt om in het gestigt hunner kost te winnen, en ik verwagt omtrent hun de beveelen der Direk­tie.

Jan Frederik Siewers staat ook bij de invaliden in het overzicht dat de Permanente Commissie dd 29 maart 1823 stuurt aan de minister van binnenlandse zaken (Drents Archief, toegang 0186, invnr 64), vermeld in De bedelaarskolonie blz 146-147. De volledige tekst van deze brief staat op de site.

Adjunctdirecteur Hoff schrijft in een briefje gedateerd 4 juni 1823 dat door directeur Visser de volgende dag aan de Permanente Commissie wordt gezonden (Drents Archief, toegang 0186, invnr 65):
Dat de verminkten en misvormden armen en handen van Ziewerts N450 denzelve ongeschikt tot eenigen veldarbeid maakten moet aan ieder onpartijdige bij den eersten opslag van het oog blijken.
.
Dat gebruikt de Permanente Commissie voor een brief dd 12 juni 1823 aan de gouverneur van Noord-Holland (Drents Archief, toegang 0186, invnr 354), met daarin de zin:

Even min is Johannes Frederik Sterrers door verminkte en misvormde armen en handen in staat om zijn kost te verdienen en ofschoon hem echter, overeenkomstig het gezegde van de Heer Sepp, eenig werk is gegeven en gedurende zijn aanwezen aldaar moet gegeven worden, zoo geschiedt zulks niettemin ten koste en nadeele van het etablissement, als kunnende hij daarmede niet genoegzaam voor zijn onderhoud verdienen.

Daarmee is de kwestie afgesloten. Jan Frederik Siewers wordt 12 oktober 1823