Hij is ingeschreven met de voornaam Enno maar overal buiten de Maatschappij is het Enne.
Soorwold komt in de registers ook voor als Zoerewold.
Enne Soorwold komt voor in een artikel van Petronella Elema in Gens Nostra 67 (2012) p. 322-332. Daaruit:
Enne Soorwold, geb. Obergum 21 maart 1832, overl. Utrecht (Lange Nieuwstraat A 302, oud 46 jr., ongehuwd (!) en namen ouders onbekend) 21 sept. 1878, zn. van Pieter Alberts Soorwold en Pieterke Paulus Vriezen. Zie de geboorteakte.
(…) Enne was bij zijn loting voor de militaire dienst in 1851 reeds als vrijwilliger ingelijfd. Hij werd na volbrachte vijfjarige dienst in 1854 verder vrijgesteld; hij moet dus al als 17-jarige soldaat zijn geworden.
—
Vervolgens belandt hij regelmatig in de Ommerschans, waar hij extreem vluchtgevaarlijk blijkt te zijn. Soms wordt hij binnen enkele dagen teruggehaald, soms niet.
In de opeenvolgende inschrijvingen staan een aantal spectaculaire veranderingen van lichaamslengte en oogkleur (!?), die aangeven dat enige voorzichtigheid met de signalementen in de inschrijfregisters gerechtvaardigd is. Dat hij vanaf een gegeven moment ‘iets’ aan zijn hals heeft, lijkt me wel zeker.
–
De eerste opname is 28 december 1855 als hij wordt binnengebracht vanuit Zwolle. Hij krijgt in het boek gemerkt R (Drents Archief toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 436) het bedelaarsnummer 5447. Als (foute) geboortedatum wordt genoteerd 1831 te Winsum, godsdienstige gezindheid is ‘gereformeerd’, hij is lang 1,65, heeft een ovaal aangezicht, grijze ogen, een grote neus en grote mond, ronde kin, blond haar en geen bijzondere kenmerken.
Als domicilie van onderstand – zie De bedelaarskolonie blz 175-176 – wordt vermeld Winsum. De inschrijving loopt door in het boek gemerkt U.
Enne Soorwold deserteert 3 juli 1856, keert 5 juli 1856 terug, deserteert 28 juli 1856, keert 29 juli 1856 terug, deserteert 15 september 1856 en komt niet meer terug.
—
De tweede opname is 7 januari 1858 als hij wordt binnengebracht vanuit Assen. Hij krijgt in het boek gemerkt U het bedelaarsnummer 5631. Hij is nu 1,58 lang (dus 7 centimeter korter dan eerst), zijn ogen zijn nu bruin ipv grijs, en verder is nieuw dat hij een ‘merkbaar teken’ heeft ‘aan den regter zijde van den hals’. De rest is hetzelfde.
Enne Soorwold deserteert 3 mei 1858, keert 5 mei 1858 terug; deserteert 26 mei 1858 en komt dan niet meer terug.
—
De derde opname is een niet nader aangeduide dag in november 1860 als hij opnieuw vanuit Assen wordt binnengebracht. Hij krijgt in het boek gemerkt T het bedelaarsnummer 3039. De geboortedatum wordt nader (maar even fout) gespecificeerd als 24 november 1831, zijn lengte is 1,75 (opzienbarend meer dan de vorige keren!), de rest is gelijk aan de vorige keer, evenals het merkbare teken aan de hals.
Enne Soorwold word 18 november 1860 overgeplaatst naar Veenhuizen, vanwaar hij 21 januari 1861 deserteert. Op 26 januari 1861 keert hij terug op de Ommerschans, 22 februari 1861 wordt hij dan weer overgeplaatst naar Veenhuizen.
De afloop van deze detentie moet staan in het boek gemerkt W, maar dan ben ik vergeten na te kijken. Hij zal of ontslagen of gedeserteerd zijn, want hij duikt voor een intermezzo op in Groningen:
–
Enne Soorwold trouwt 21 augustus 1864 te Groningen met Jannetje Meiboom, geboren Beekbergen 11-12-1826, dochter van Hendrik Meiboom en Jannetje Krijgsman.
Het zou kunnen dat hij zijn bruid in het gesticht heeft leren kennen. Dan zou het gaan om Johanna Meiboom die volgens de inschrijving in 1831 is geboren te Hoenderloo en die vijf keer is opgenomen geweest en daarbij de bedelaarsnummers S 1247, U 5982, U 4395, V 909 en 5172 had. Maar ik heb dat niet verder nagekeken. Het zou nog interessant zijn na te gaan of hun detenties een beetje gelijk oplopen.
–
Drie maanden na zijn trouwen, op 14 oktober 1864, vindt de vierde opname plaats als hij na een veroordeling vanuit Leeuwarden wordt opgezonden. Hij krijgt in het boek gemerkt V het bedelaarsnummer 897.
Hij komt aan te Veenhuizen, wat niet de bedoeling is, je hoort via de Ommerschans te gaan, De bedelaarskolonie blz 244 & 289. Gelukkig wordt er geen signalement opgemaakt, zodat de verwarring niet verder toeneemt.
Het vervolg van deze opname moet staan in het boek Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 291, maar dat heb ik niet ingezien, dus ik weet niet of hij is ontslagen of weggelopen.
—
De vijfde opname is op 25 nov. 1867, wederom na een veroordeling vanuit Leeuwarden. Hij krijgt in het boek Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 293 het bedelaarsnummer 5161.
Er is een aantekening met alleen een datum, 12 augustus 1870, waarmee vermoedelijk bedoeld wordt dat hij dan het gesticht verlaat.
–
Vervolgens overlijdt echtgenote Jannetje Meiboom te Rijssen (oud 34 jr., in een huis staande op de Haar no. 267) op 26 sept. 1872.
—
De zesde en laatste opname van Enne is 30 mei 1873, dit keer vanuit Appingedam, maar wel na een veroordeling. Hij krijgt in het boek Drents Archief, toegang 0137.01, invnr 293 het bedelaarsnummer 4643. Hij wordt 29 mei 1875 ontslagen.
–
Daarna blijft hij uit het gesticht. Enne Soorwold overlijdt 21 september 1878 in het Utrechtse krankzinnigengesticht aan de Lange Nieuwstraat. Het overlijden werd door twee bodes aangegeven en er werd over hem gemeld “ongehuwd, ouders onbekend”, dus men wist daar weinig van hem af.
Pagina samengesteld uit correspondentie tussen Petronella Elema en Wil Schackmann, met dank aan Jan Lafeber voor een correctie op een eerdere versie.