Johanna Pasman wordt 21 augustus 1823 de Ommerschans binnengebracht door de stad Rotterdam. Zij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 1120.

Volgens die inschrijving is zij geboren april 1798 te Rotterdam, als dochter van Gerrit Pasman en Mietje van Loon, en heeft zij het laatst gewoond in hetzelfde Rotterdam. Johanna Pasman heeft een vol aangezicht en een breed voorhoofd, blauwe ogen, een grote neus, een ‘middelmatige’ mond, ronde kin, lichtbruin haar en als bijzonder kenmerk ‘een lidteken op de regter pols’.

—

Haar inschrijving loopt door in het boek gemerkt F, maar dat heb ik niet ingezien.

Ze zal zijn ontslagen, maar volgens de index op de inschrijvingen keert Johanna Pasman later diverse keren terug en krijgt zij de bedelaarsnummers:
– G 1349,
– G 1254,
– G 182 (toevallig gezien: binnengebracht 26 juli 1836 door de stad Rotterdam; haar geloofsovertuiging is ‘roomsch’, geboortedatum nu 21 maart 1797),
– G 2153, en
– K 430.