Everhardus Pieters, bedelaar

Everhardus Pieters wordt met naam genoemd in De bedelaarskolonie blz 211.

Hij wordt 25 juli 1823 de Ommerschans binnengebracht vanuit het gesticht te Hoorn. Hij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 940.

Volgens het mutatie-register (Drents Archief, toegang 0186, invnr 1506) deserteert Everhardus Pieters 3 december 1823.

Tien dagen later, 13 december 1823, schrijft de Administrateur van het Armwezen aan de Permanente Commissie (Drents Archief, toegang 0186, invnr 67):

Ik heb de eer UwelEdelen hierbij te zenden een extract uit het stamboek van het Bedelaarswerkhuis te Hoorn, betrekkelijk Everardus Pieters, die, op den Mutatiestaat van het personeel in de Ommerschans, over de maand september ll als niet geannonceerd stond vermeld, en welke staat, bij UwelEdele missive van den 27 October ll N 61/10 aan het Departement van Binnenlandsche Zaken en Waterstaat ingezonden is.
De Staatsraad Administrateur van het Armwezen en der Gevangenissen

Volgens de index op de inschrijvingen keert Everhardus Pieters later twee keer terug en krijgt hij de bedelaarsnummers B 1414 en F 1520.