Coenradus Opzomer, bedelaar

Volgens het ‘Mutatie-register van Bedelaars en Kinderen over het jaar 1830’ (Drents Archief, toegang 0186 Archief van de Maatschappij van Weldadigheid, invnr 1510) wordt Coenradus Opzomer, met bedelaarsnummer D 275, op 25 mei 1830 uit de bedelaarskolonie ontslagen.

Maar volgens de index op de inschrijvingen keert hij later twee keer terug. De eerste kwam ik tegen: hij wordt op 30 november 1830 binnengebracht door de gemeente Avereest. Dat duidt erop – volgens de redenatie in De bedelaarskolonie blz 132, 201 en 228 over opnames uit de directe omgeving – dat hij vrijwillig naar de schans getrokken is en zich vrijwillig heeft aangemeld voor een verblijf daar.
Hij krijgt in het boek gemerkt F (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 426) het bedelaarsnummer 1659.

Volgens die inschrijving is hij geboren 6 augustus 1797 en is zijn geloofsovertuiging ‘gereformeerd’.

Coenradus Opzomer is 1 El, zes palm en 4 streep lang, hij heeft een ovaal gezicht en een blozende kleur, blond haar en blauwe ogen, een dikke neus, grote mond, platte kin en als bijzonder kenmerk ‘geprikt’.

Zijn inschrijving loopt door in het boek gemerkt G, maar dat heb ik niet ingezien. Hij zal zijn ontslagen, maar keert dus later nog een keer terug en krijgt dan het bedelaarsnummer G 927.