Femmetje Liefhebber, bedelaar

Femmetje Liefhebber wordt 2 augustus 1823 de Ommerschans binnengebracht vanuit het gesticht te Hoorn. Zij krijgt in het boek gemerkt A (Drents Archief, toegang 0137.01, archief van de Rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen en Ommerschans, invnr 422) het bedelaarsnummer 978.

Ze behoort tot de groep vrouwen wier aankomst genoemd wordt in De bedelaarskolonie blz 188/189, waarbij Femmetje Liefhebber met naam genoemd wordt.

Volgens die inschrijving is zij geboren februari 1789 te Enkhuizen, als dochter van Jan Liefhebber en Aaltje Nieuwhoek en heeft zij het laatst gewoond in hetzelfde Enkhuizen. Femmetje Liefhebber heeft een ovaal aangezicht en een rond voorhoofd, blauwe ogen, een kleine neus, een ronde kin, blond haar en als bijzonder kenmerk ‘slegt van gehoor’.

Femmetje Liefhebber wordt 16 augustus 1827 ontslagen.

Maar volgens de index op de inschrijvingen keert zij later terug en krijgt zij de bedelaarsnummers G 1095 en I 3109.